Drie van Breda

In 1972 kwam de regering met het voorstel de Drie van Breda, Duitse oorlogsmisdadigers die vanaf 1945 vast zaten, vrij te laten. Er stak een storm van protest op met als resultaat dat de resterende Twee pas in 1989 vrijkwamen.

Bron: De Oorlog, deel 9 (9 min. 39 sec.)

Media:

  • Drie van Breda
    Drie van Breda
    In 1972 kwam de regering met het voorstel de Drie van Breda, Duitse oorlogsmisdadigers die vanaf 1945 vast zaten, vrij te laten. Er stak een storm van protest op met als resultaat dat de resterende Twee pas in 1989 vrijkwamen.
    Bron: De Oorlog, deel 9 (9 min. 39 sec.)
    Van Agt voor vrijlating Drie van Breda
    Van Agt voor vrijlating Drie van Breda
    Minister van Justitie Van Agt betoogt in 1972 in de Tweede Kamer dat de Drie van Breda moeten worden vrijgelaten. De rechtstaat eist dat 'een straf waarmee verder geen redelijk doel meer te bereiken valt, wordt beëindigd.'
    Bron: De Oorlog, deel 9 (3 min. 8 sec.)
    Hoorzitting Drie van Breda op tv en reacties
    Hoorzitting Drie van Breda op tv en reacties
    Frieda Menco kwam aan het woord over haar concentratiekamp in de doodstille Tweede Kamer tijdens een hoorzitting over de vrijlating van de Drie van Breda die rechtstreeks op tv kwam. Reacties op de publieke tribune zijn hevig.
    Bron: De Oorlog, deel 9 (4 min. 6 sec.)
  • Tv en video voor Drie van Breda
    Tv en video voor Drie van Breda
    Ton Mink, cipier in de gevangenis van Breda, leest voor uit zijn dagboek. Het fragment gaat over de dag waarop de Drie van Breda tot verbazing van de cipiers en de gevangenen een tv en video kregen voor Kerst van de Duitse ambassade.
    Bron: De Oorlog, deel 9 (39 sec.)
    Drie van Breda volgen debat
    Drie van Breda volgen debat
    Ton Mink, oud-cipier van de gevangenis van Breda, leest voor uit zijn dagboek. Het gaat over hoe De Drie van Breda het Kamerdebat over hun mogelijke vrijlating in 1972 in een zaaltje op tv volgden.
    Bron: De Oorlog, deel 9 (39 sec.)

De Drie van Breda

Op 9 juni 1966 werd de voormalige chef van de Sicherheitsdienst in Amsterdam, Willy Lages, naar Duitsland uitgewezen. Hij zat levenslang in de strafgevangenis van Breda, maar was ernstig ziek geworden.
Minister Samkalden voerde humanitaire redenen aan voor zijn vrijlating. Dat besluit werd voor de talloze vervolgingsslachtoffers, die hem in het Amsterdamse SD-hoofdkwartier aan de Euterpestraat hadden meegemaakt, steeds moeilijker te verkroppen, naarmate hij in vrijheid langer bleef leven.

Pas vijf jaar later overleed hij aan een hersentumor, in 1971, hij was toen 69 jaar oud.

Drie andere levenslang gestrafte Duitsers (net als Lages hadden ze ooit de doodstraf gekregen, die wegens gratie was omgezet in levenslang) zaten nog steeds in Breda: chef van de Zentralstelle Ferdinand Aus der Fünten, chef jodenvervolging Franz Fischer, en kampbeul te Amersfoort Joseph Kotälla.

Ze waren de laatste Duitsers die na de wereldoorlog nog ergens in Europa gevangen zaten. Er waren wel mensen op het ministerie van Justitie en daarbuiten die zich afvroegen of het nog zin had deze mensen vast te houden, maar velen beseften ook dat vrijlating op verzet zou kunnen stuiten.

Tussen het nieuwe Duitsland en Nederland ging het op allerlei fronten in de jaren zestig steeds beter, maar de naweeën van de Tweede Wereldoorlog waren nog lang niet overwonnen.

Er zaten ook nogal wat Nederlandse oorlogsmisdadigers in Duitsland, die niet werden uitgeleverd, omdat ze als Duits staatsburger werden aangemerkt. Juridische pogingen om ze hierheen te krijgen waren zonder uitzondering gestrand, vaak op lokale of regionale rechtbanken.

Het loskrijgen van oorlogsmisdadigers bij de buren leek op het betreden van een mijnenveld.