NSB en Mussert op de Maliebaan

Op de Maliebaan in Utrecht waren organisaties als de NSB, de WA en de SS gevestigd. Ook NSB-leider Mussert had er zijn kantoor.

Bron: De Oorlog, deel 3 (2 min. 55 sec.)

Media:

  • NSB en Mussert op de Maliebaan
    NSB en Mussert op de Maliebaan
    Op de Maliebaan in Utrecht waren organisaties als de NSB, de WA en de SS gevestigd. Ook NSB-leider Mussert had er zijn kantoor.
    Bron: De Oorlog, deel 3 (2 min. 55 sec.)
    Magnifier
    Mussert op de Maliebaan
    Mussert op de Maliebaan
    Mussert in zijn kantoor op de Maliebaan (montage).
    Bron: De Oorlog, deel 3
    Magnifier
    Himmler bezoekt Maliebaan
    Himmler bezoekt Maliebaan
    Heinrich Himmler bezoekt het hoofdkwartier van de NSB aan de Maliebaan in Utrecht.
    Bron: De Oorlog, deel 3

NSB, WA, SS en verzet aan Maliebaan in Utrecht

Het hoofdkwartier van de NSB was gevestigd in Utrecht, aan de Maliebaan nummer 35. een straat die in de oorlog een bijzonder karakter had. ‘Unter den Linden’ werd de brede allee in het oosten van de stad wel genoemd – en dat had ermee te maken dat zowel de Duitse als de Nederlandse nationaal-socialisten er zich de grote, fraaie panden hadden toegeëigend om er de kantoren van hun talrijke organisaties in te vestigen.
De NSB zelf had haar hoofdkwartier op Maliebaan 35. Anton Mussert had er zijn werkkamer op de eerste verdieping. Er was een balkon aan de voorkant waarvandaan hij parades kon afnemen en aanhangers kon toespreken.

De buren waren van dezelfde club. Op nummer 33 zat de afdeling Volkscultuur en Sibbekunde van de NSB en daarnaast, op nummer 31 de afdeling Propaganda onder leiding van ex-journalist Max Blokzijl.

Op dezelfde rij, een stukje verderop – we doen maar een greep – zat op nummer 15 de Beauftragte voor de provincie Utrecht, de vertegenwoordiger van Seyss-Inquart. Dat was het grootste deel van de oorlog Müller Reinert. Hij had zijn dienstwoning schuin aan de overkant, op nummer 10. Daarnaast, op 12, zat het Utrechtse kantoor van de Grüne Polizei.

Een stuk verderop, op nummer 66, zat de Nederlandse SS, die later de Germaanse SS ging heten. Op 17 mei 1942 kwam hier de grote baas op bezoek, Heinrich Himmler, de chef van de SS, op dienstreis naar Nederland. Hij ging ook bij Mussert langs en liet zich op de Maliebaan uitvoerig filmen.

Sicherheitsdienst

Iets verderop, op nummer 74, zat de Duitse Sicherheitsdienst. Dat was in feite het Utrechtse centrum van terreur. In dat pand zijn veel verzetsmensen hardhandig verhoord en gemarteld. Er zijn schokkende verhalen over bekend, vergelijkbaar met die uit andere SD-verhoorcentra in het land zoals in de Amsterdamse Euterpestraat en het Scholtenshuis aan de Groningse Grote Markt. Direct na de bevrijding betrad een Utrechtse tolk in Canadese dienst het pand. Hij zei er later over:

‘In de kelder waren cellen, en er lag een grote plas bloed. Daar is het een en ander gebeurd, je houdt het niet voor mogelijk. We stuitten op een deur, we vonden een paar sleutels en wat we toen zagen: ik denk dat er veertien kubieke meter munitie lag, opgestapeld om opgeblazen te worden. Er was gelukkig geen boobytrap aan verbonden, want als de lading gesprongen was, dan was een kwart van de Maliebaan verwoest.’

Verzet

Ernaast, op nummer 76 had de WA haar uitvalsbasis, de geüniformeerde tak van de NSB. Aan de andere kant, op nummer 72bis, woonde – maar dat wist niemand – de leider van het verzet in Utrecht, verzetsnaam dr Max, werkelijke naam Marie-Anne Tellegen, die als adjunct-secretaris van de gemeente Utrecht ontslag had genomen en zich daarna volledig aan het illegale werk wijdde. Ze kon dat heel lang doen vanaf de Maliebaan, het hol van de leeuw, tot november 1944, toen ze elders in Utrecht onderdook. Daarna heeft ze in Amsterdam het einde van de oorlog gehaald.

Er zat trouwens nóg een centrum van verzet op de Maliebaan. Op nummer 71, in het grote pand van garage Grund, was een stencilcentrale voor illegale bladen, zoals De Vonk en De Waarheid. Daar werden ook joodse onderduikers gehuisvest. Aan de voorkant van het pand werden Duitse auto’s volgetankt, aan de achterkant werden illegale kranten voor verspreiding weggebracht.

Wehrmacht, Landmacht en Abwehr

Op nummer 84 zat de Utrechtse commandant van de Wehrmacht en later de Landwacht, een soort hulppolitie van NSB’ers. Ze moesten eerst gekeurd worden, en dat gebeurde op nummer 90, in het gebouw van de Nederlandse Volksdienst van de NSB. En dan was er op 92 nog een vestiging van de Abwehr, de Duitse spionagedienst en op nummer 108 de Luftwaffe Nachrichtenabteilung.

Kardinaal

Op nummer 40 bleef trouwens gedurende de gehele oorlog het aartsbisschoppelijk paleis gevestigd, het centrum van de rooms-katholieke kerk in Nederland, waar de latere kardinaal Jan de Jong meermalen zijn Duitse buren irriteerde met pastorale brieven waarin hij medewerking met de bezetter ontraadde.

Hij deed zijn best om contact met zijn nazi-straatgenoten te vermijden. Toen op een keer toch twee Duitse officieren hun opwachting maakten voor een kennismakingsbezoek en zij – naar rooms-katholiek gebruik - de bisschopsring wilden kussen, moet hij gezegd hebben: ‘Als u mijn ring wilt kussen, hij ligt op het bureau.’


Bron:
*Wout Buitelaar, 'Panden die verhalen. een kleine oorlogsgeschiedenis van de Utrechtse Maliebaan' (Uitgeverij Matrijs)

Meer over dit onderwerp