Chaos en revolutie in Indonesië

Nationalisten Soekarno en Hatta vragen zich af of het tijd is voor onafhankelijkheid. Revolutionaire jongeren (pemoeda's) dwingen de leiders tot actie. Indonesië is chaotisch, de Japanners zijn er nog en de Nederland komt terug.

Bron: De Oorlog, deel 7 (1 min. 10 sec.)

Media:

  • Chaos en revolutie in Indonesië
    Chaos en revolutie in Indonesië
    Nationalisten Soekarno en Hatta vragen zich af of het tijd is voor onafhankelijkheid. Revolutionaire jongeren (pemoeda's) dwingen de leiders tot actie. Indonesië is chaotisch, de Japanners zijn er nog en de Nederland komt terug.
    Bron: De Oorlog, deel 7 (1 min. 10 sec.)
    Japan voor Indonesisch nationalisme
    Japan voor Indonesisch nationalisme
    Op 8 september 1944 krijgen de Indonesische nationalisten toestemming van de Japanners om op een later tijdstip onafhankelijk te worden. Geweld is daarbij geoorloofd, meent nationalist Hatta. Schoolkinderen krijgen militaire training.
    Bron: De Oorlog, deel 7 (2 min. 52 sec.)
    Soekarno rekruteert voor Birmaspoorlijn
    Soekarno rekruteert voor Birmaspoorlijn
    Japan heeft 'werksoldaten' nodig om wegen en spoorlijnen te bouwen en Soekarno helpt hen deze te rekruteren. Deze 'romoesja's' werken o.a. met krijgsgevangenen aan de Birmaspoorlijn.
    Bron: De Oorlog, deel 7 (1 min. 42 sec.)

Kritiek op Soekarno

Soekarno is zelfs in het bioscoopjournaal opgetreden met zijn wervingsactiviteiten voor de Japanners.
Dat werd hem toen al door sommige aanhangers kwalijk genomen. Ze vonden dat hij daardoor honderdduizenden Javanen de dood heeft ingejaagd, want de Japanners behandelden de romoesja’s als oud vuil.

In 1964 heeft Soekarno een keer gereageerd op het verwijt dat hij zoveel Indonesiërs aan de Japanners heeft uitgeleverd. Hij zei toen:

‘Als ik duizenden moet opofferen om miljoenen te redden, dan zal ik dat doen. Als leider van dit land kan ik mij de luxe van gevoeligheid niet veroorloven.’

Het lot van de romusja’s raakte snel bekend op Java, en dat veroorzaakte een radicale omslag in de Indonesische waardering van de Japanners. Die waardering (voor het nieuwe, het krachtige, het moderne en voor het trotseren van de westerlingen) heeft maar iets meer dan een jaar geduurd, daarna werden de Japanners steeds meer gehaat. Er was absoluut geen sprake van behoorlijk bestuur.

Er was geen spoor van vrijheid, en vooral: er was honger. Java werd getroffen door ernstige hongersnoden, die in totaal vermoedelijk twee miljoen mensen het leven hebben gekost. De Indonesiërs wilden weer snel van hun nieuwe, hardvochtige heersers af.

Er kwam ook steeds meer kritiek op Soekarno, vooral uit de hoek van radicale jongeren, die waren verzameld in sinds kort door de Japanners toegestane radicale jeugdkorpsen.

Pemoeda’s werden die jongens genoemd, ze radicaliseerden snel, en ze vertoonden vooral een hevig ongeduld: de Japanners eruit, eisten ze, en totale vrijheid, merdeka.