Haarlemse NSB-jongen (dagboek)

Categorie: Kinderen
  • Persoonsgegevens
    Naam Haarlemse NSB-jongen (dagboek)
    Functie NSB-jongen te Haarlem
    Nationaliteit Nederlandse
    Categorie Kinderen
    Video
    Herdenking Grebbeberg 1944
    Op het oorlogsgravenkerkhof op de Grebbeberg bij Rhenen vindt een herdenkingsplechtigheid plaats waarbij 'de gevallen Germaanse helden' worden herdacht. Mussert en Seyss-Inquart leggen kransen.
    Bron: Beeld en Geluid Beeld en Geluid:  Polygoon Hollands Nieuws, maart 1944
  • Persoonsgegevens
    Naam Haarlemse NSB-jongen (dagboek)
    Functie NSB-jongen te Haarlem
    Nationaliteit Nederlandse
    Categorie Kinderen
    Video
    Prestatiemars van de Nationale Jeugdstorm
    Leden van de Nationale Jeugdstorm marcheren van Utrecht over Zeist naar Rhijnauwen. Daar aangekomen moet een groep in het bos over een schutting klimmen.
    Bron: Beeld en Geluid Beeld en Geluid:  Polygoon Hollands Nieuws, 1942
Er is een dagboek van een jong NSB-lid uit Haarlem, die de hele oorlog door het vuur uit zijn sloffen blijft lopen.
Het was lastig voor een NSB'er om zich te handhaven in de vijandige omgeving. Velen bleven de hele oorlog zeer actief. Het leek wel of de leden steeds meer op elkaar aangewezen waren nu ze door de rest van het land, inclusief hun eigen familie, werden gehaat of genegeerd. In veel afdelingen bleef er volop dynamiek.

De Haarlemse NSB-jongen marcheert in het begin van de bezetting dapper mee met de Jeugdstorm (zoals de Nederlandse Hitlerjugend heet), maar nog zonder uniform:

‘Mars door Heemstede. Ben de enigste in burger, en dat is geen pretje.’

In maart 1942 moet hij met zijn club voor dag en dauw op om de trein van half zes te halen. Ze gaan naar Rhenen voor een belangrijk hoogtepunt in het bestaan van een Jeugdstormer.

‘Wij gingen ditmaal naar de Grebbeberg om de streek Haarlem bij de kranslegging van Dr. Goebbels te vertegenwoordigen. De halve dag in de kou gestaan en daar kwam hij eindelijk aan, legde de krans neer, bracht de groet, inspecteerde de Duitse graven en verdween weer, en wij konden inrukken.’

Met dissidenten hadden ze weinig op, daar bij de jonge NSB-garde. Tijdens een kampweek had een van de jongens aan de leiding een protestbrief geschreven: dat de leiders zo tegen de ondergeschikten tekeer gingen en dat het eten zo slecht was. Maar dat liet het hiërarchie minnende kader niet over z’n kant gaan:

‘Voor straf heeft de gewestleider dit ’s avonds op de zaal voorgelezen, na veel zoeken vonden wij de dader en voor straf hebben wij hem ’s avonds spiernaakt uitgekleed en zijn hele lijf met schoensmeer en –vet ingesmeerd, hij zag er uit als een dolle neger!’

Deze Haarlemse jongen had geluk: hij was te jong voor dienst in de Nederlandse SS aan het Oostfront.


Bron:
Dagboek van J.L. van Sonsbeek over de Nationale Jeugdstorm afd. Haarlem (1941-1944)

 

Links