Abdul Chalid Salim

Categorie: Kampen
  • Persoonsgegevens
    Naam Abdul Chalid Salim
    Functie Nationalist in Kamp Boven-Digoel
    Nationaliteit Indonesische
    Categorie Kampen
    Video
    Terugkeer nationalisten en rede Soekarno
    Na de Japanse bezetting kunnen de Indonesische nationalisten weer een rol gaan spelen. Leider Soekarno verkondigt dat Nederland heeft afgedaan en gaat zeer ver in zijn steun aan Japan om de onafhankelijkheid dichterbij te brengen.
    Bron: De Oorlog, deel 7 (1 min. 26 sec.)
  • Persoonsgegevens
    Naam Abdul Chalid Salim
    Functie Nationalist in Kamp Boven-Digoel
    Nationaliteit Indonesische
    Categorie Kampen
    Video
    Soekarno in Bandung en pleidooi
    Op de TH Bandung haalt Soekarno zijn ingenieurstitel. Hij heeft belangstelling voor politiek, streeft naar onafhankelijkheid, botst met de autoriteiten, krijgt in 1930 een proces en spreekt zijn beroemde pleidooi 'Indonesië klaagt aan' uit.
    Bron: De Oorlog, deel 7 (2 min. 26 sec.)
Van het onherbergzame oord kamp Boven-Digoel zijn veel details bekend, want de daar gevangen nationalist Abdul Chalid Salim, zat er vijftien (!) jaar vast en schreef zijn ervaringen op.
Hij was aanvankelijk gedetineerd in de gevangenis van Medan op Sumatra. Na tien maanden kreeg hij daar het interneringsbesluit overhandigd, door de betrokkenen ‘ons diploma’ genoemd. Daar was geen beroep tegen mogelijk – het was een regeringsbesluit. Salim schreef daarover:

'Ik werd dus niet in de gelegenheid gesteld mij voor een gerecht te verdedigen, maar moest zonder meer de veroordeling aanvaarden.

Wél zag ik in dat dit nu eenmaal het lot van praktisch iedere politieke gevangene was, wáár ook ter wereld! Al begreep ik toen nog niet dat de uitreiking van dit ‘diploma’ vijftien lange jaren van isolatie inhield.’


Geslagen is Salim niet in Kamp Boven-Digoel, en ook niet gemarteld. Hij schreef:

‘Ik geef gaarne ten volle toe dat de geïnterneerden te Boven-Digoel niét getreiterd of mishandeld werden. De Hollanders distancieerden zich pijnlijk nauwkeurig van deze afkeurenswaardige methoden van het ‘fysiek tuchtigen’ van gestraften, zoals die helaas elders in de wereld wél plaatsvonden.

Maar zij maakten van nog véél efficiëntere middelen gebruik om ons op de lange duur ‘op de knieën’ te krijgen. En deze ‘bondgenoten’ van de koloniale machthebbers waren: 1. het moordende klimaat, 2. de chronische kwalen, 3. het langzaam doen ‘killen’ door de jungle, 4. de verschrikkelijke eenzaamheid en 5. de heimwee.’


Salim schreef over de mislukte pogingen tot ontsnappingen: ‘Vaak hoorde ik op de nederzetting militairen of burgers lachen, wanneer zij vernamen dat onze vluchtelingen in het oerwoud waren omgekomen of door Papoea’s aan het braadspit waren geregen.’

Volgens Salim pakten de Nederlanders hun politieke gevangenen verkeerd aan: ‘De koloniale Nederlanders verwachtten blindelings van alle gerepatrieerde ballingen dat zij volkomen van hun politieke inzichten zouden zijn ‘genezen’. Dit was natuurlijk een grote denkfout.

Er is in de hele wereld nog nooit één politieke delinquent geweest die door gevangenisstraf of deportatie met bijbehorende terreur van zijn politieke idealen is genezen. Dit in het bijzonder als deze idealen niet alleen allerlei rechtvaardige sociale hervormingen maar vooral het verkrijgen van de onafhankelijkheid van zijn land inhouden.’



Bron:
*I.F.M. Salim, 'Vijftien jaar Boven-Digoel' (Amsterdam, 1973)