20 december 2008
Bergen en theeplantages

Bergen en theeplantages

Vanmorgen met de auto vanuit Bandung recht naar het noorden. Tocht door bergen en theeplantages. Doel is het strand waar de Japanners zijn geland, eind februari 1942. Dat gebeurde op verschillende plekken aan de noordkust van Java.

Ik heb gekozen voor Eretan Wetan. Het is een vissersdorpje, het komt in geen enkele toeristengids voor en er is een mooi verhaal over van de Nederlandse ambtenaar Van der Plas.

Ik hoop dat het nog een beetje is als toen, met fraai vlak zandstrand en palmbomen. Zo ziet het er tenminste op het Japanse bioscoopjournaal van 1942 uit. Naarmate we de kust naderen komen de wolken lager te hangen. Een tropische stortbui tijdens de lunch, met uitzicht op een schuilhokje.

Een tropische stortbui tijdens de lunch, met uitzicht op een schuilhokje

Een tropische stortbui tijdens de lunch, met uitzicht op een schuilhokje

Eretan Wetan is modderig na alle regen. Op zoek naar oude mensen. Het liefst boven de 70 jaar – de invasie is 64 jaar geleden. We komen terecht bij meneer Agus Salim, toen 6 jaar, nu bijna blind en een beetje doof.

Eretan Wetan is modderig na alle regen

Eretan Wetan is modderig na alle regen

Agus Salim, toen 6 jaar

Agus Salim, toen 6 jaar

Hij herinnert zich de Japanners heel goed. Ze kwamen midden in de nacht. Toen hij ‘s morgens naar buiten durfde, zag hij een stroom van Japanse soldaten, met zwaarden. Ze waren iets verderop aan land gekomen.

Nee, niet in Eretan Wetan, maar in het aangrenzende dorp. Dat heet Eretan Kulon. Het wordt door anderen bevestigd. Waarom het in het standaardwerk van Lou de Jong verkeerd staat, geen idee. Meestal zijn dit soort feitelijkheden bij hem geheel juist.

Eretan Kulon is een verzameling verspreid staande huizen. Terwijl wij naast de auto staan te twijfelen, komt mevrouw Wan Li aangelopen. Veel drukte, een schelle stem, maar zeer behulpzaam. Ze loodst ons langs modderpaden naar de zee.

Arbeiders leggen basaltblokken, de zee is woelig en slaat er bijna overheen

Arbeiders leggen basaltblokken, de zee is woelig en slaat er bijna overheen

Vanuit de verte zie ik al dat er daar wordt gewerkt aan een dijk. Arbeiders leggen basaltblokken, de zee is woelig en slaat er bijna overheen. Ik vraag me vertwijfeld af hoe het zit met mijn gedroomde tropische zandstrand.

Meneer Karsam komt aanlopen, stelt zich voor als de buurtvertegenwoordiger. Hij houdt een oogje in het zeil bij de dijk. Hij is 65 en ja hoor, toen hij jong was, was hier nog een breed strand. Hij wijst aan Atik: ‘Zie je daar verderop dat booreiland? Het strand liep tot halverwege. En daar kwamen de Japanners aan land.’

Daar kwamen de Japanners aan land

Daar kwamen de Japanners aan land

Het booreiland ligt zo’n 5 kilometer uit de kust. Deze keer is de historische plek door de zee verzwolgen. Ach, dat is misschien nog wel mooier dan een zandstrand. Ik kom hier weer terug, met Rob Trip.

Gerda Jansen Hendriks

<< Terug naar overzicht