OM eist 12 jaar cel tegen Willem Holleeder
12 nov 07
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft maandag twaalf jaar celstraf geëist tegen Willem Holleeder wegens afpersing van drie zakenlieden.
Het belangrijkste dossier in de zaak is dat over de in mei 2004 geliquideerde vastgoedhandelaar Willem
Endstra. Het proces gaat in zijn geheel om vier afpersingszaken, maar voor Holleeder heeft justitie in
één zaak vrijspraak gevraagd.
Tegen acht medeverdachten eiste het OM straffen variërend van 240 uur taakstraf tot vier jaar
gevangenisstraf.
Holleeder moet van justitie niet alleen wegens afpersing de cel in, maar ook voor het witwassen van crimineel
geld, deelname aan een criminele organisatie, mishandeling en bedreiging. Zijn aandeel in de afpersing van
zakenman John Wijsmuller kan volgens justitie onvoldoende hard worden gemaakt.
De officieren van justitie Koos Plooij en Saskia de Vries maakten in hun betoog veelvuldig gebruik van de
'achterbankgesprekken' die Willem Endstra voerde met rechercheurs. Daarin vertelde hij uitvoerig over de
afpersingspraktijken van Holleeder en diens handlangers. Over de waarde van deze gesprekken is tijdens het
proces, dat in april begon, veel gezegd. Volgens het OM is "vrijwel alles" wat Endstra heeft gezegd
aantoonbaar waar gebleken.
Maandag behandelden de aanklagers het dossier-Endstra en besteedden ze langdurig aandacht aan de geldstromen
waaruit de afpersing van de vastgoedmagnaat zou blijken. Ze maakten die stromen zichtbaar met behulp van een
audiovisuele presentatie.
Endstra zou in één jaar tijd circa zeventien miljoen euro naar rekeningen van vastgoedmagnaat
Jan-Dirk P. hebben overgemaakt. P. zou als 'schatbewaarder' voor Holleeder hebben gefungeerd, al dan niet
onder dwang.
Uit het drie jaar durende onderzoek naar de vermeende afpersingspraktijken van Holleeder is niet komen vast
te staan dat die al die miljoenen ook daadwerkelijk in handen heeft gekregen. Volgens de officieren is dat
voor het bewijzen van de afpersing van Endstra ook niet noodzakelijk.
Een aantal criminelen heeft miljoenen belegd in vastgoed, via Endstra. Volgens het OM heeft Holleeder
geprofiteerd van onderlinge spanningen in het misdaadmilieu, "met een vermoedelijke kettingreactie van
aanslagen". Holleeder was goed bevriend met Endstra en had daardoor volop inzicht in diens zakelijke handel
en wandel, ook als "bankier van de onderwereld". "Vermoedelijk heeft hij het idee opgevat zich het geld van
anderen, waar natuurlijk niets van op papier stond, toe te eigenen", verwoordde Plooij de "samenhangende
hypothese" van justitie. Holleeder kon Endstra chantabel maken. Toen de vastgoedman in 2002 "in het volle
licht van justitie en de media kwam te staan", kwam 'zijn' geld in gevaar en wilde hij dat onzichtbaar
wegzetten bij een nieuwe 'bank'. Dat werd, volgens justitie, Jan-Dirk P., die zich later voor de rechter zal
moeten verantwoorden.
Endstra was zakelijk wel heel slim, maar volgens de officieren op andere gebieden wat minder. Hij was een
ruimhartige sensatiezoeker, wat hem soms naïef maakte in zijn vriendschap met Holleeder, die hij te veel
toevertrouwde. Volgens de officieren kwam Endstra er "te laat achter dat hij een Paard van Troje had
binnengehaald".
Holleeder heeft, na anderhalf jaar zwijgen in het vooronderzoek, tijdens het proces uitvoerig verklaard.
Plooij benadrukte dat Holleeder eerst het hele dossier heeft willen bestuderen, om zijn verhaal daaraan aan
te passen. De verklaringen van Holleeder komen neer op leugens, meent Plooij, afgezet tegen een lange reeks
bewijsmiddelen. Ook andere verdachten betichtte hij van liegen.
Holleeders raadsman Jan-Hein Kuijpers toonde zich niet verrast door de strafeis tegen zijn cliënt. "De
rechtbank maakt uiteindelijk uit hoe het zal uitpakken."
(Bron: ANP)