Benazir Bhutto vermoord

De Pakistaanse oppositieleidster en tweevoudig ex-premier Benazir Bhutto is vermoord. Ze kwam donderdag bij een zelfmoordaanslag in Pakistan om het leven.

De moord werpt een forse schaduw op de democratische ontwikkelingen in het islamitische land. Bhutto was als leidster van de Pakistaanse Volkspartij een van de belangrijkste kandidaten bij de parlementsverkiezingen van 8 januari.

De dader sloeg toe na een politieke bijeenkomst in Rawalpindi vlakbij de hoofdstad Islamabad. Met Bhutto en de zelfmoordenaar kwamen nog zeker vijftien personen om het leven. De dader nam de politica onder vuur en blies zichzelf vervolgens op. De oppositieleidster overleed kort daarna in een ziekenhuis.

Bhutto was op 18 oktober nog op het nippertje aan een aanslag ontsnapt, toen ze haar terugkeer in Pakistan vierde na jaren ballingschap. Bij die aanslag kwamen wel bijna 140 andere personen om het leven.

Na de moord op Bhutto kondigde de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties aan zich over de toegespitste crisis in Pakistan te buigen. De Verenigde Staten, die Pakistan als bondgenoot in de strijd tegen islamistische terreur beschouwen, laakten de aanslag als verzet tegen democratische ontwikkelingen. In een krachtige veroordeling van de moord sprak Washington over een ondermijning van de pogingen om het land te democratiseren.

De Europese Commissie reageerde met afgrijzen. Voorzitter José Manuel Barroso sprak over "een aanslag op de democratie en op Pakistan".

De Pakistaanse president Pervez Musharraf riep op tot vrede in zijn land. Tijdens spoedberaad met topfiguren van regering en leger besprak hij "alle aspecten van deze nationale tragedie". Hij noemde de moord op Bhutto het werk van terroristen.

Musharraf vroeg in een korte televisietoespraak steun van de bevolking en maande tot kalmte: "We zullen niet rusten tot we ons hebben ontdaan van deze terroristen, hen hebben ontworteld". Hij kondigde drie dagen van nationale rouw af.

Al voor de oproep tot rust waren in verscheidene Pakistaanse steden ongeregeldheden uitgebroken. In Peshawar raakte de oproerpolitie slaags met woedende aanhangers van Bhutto die een belangrijke verbindingsweg blokkeerden en verkiezingsposters van andere partijen in brand staken. In de miljoenenstad Karachi sloten veel winkels hun deuren uit vrees voor onlusten. Spontane wegblokkades van boze Bhutto-aanhangers veroorzaakten er lange files.

In de woonplaats van de huidige interim-premier Mohammedmian Soomro, Jacobabad, staken woedende betogers een gerechtsgebouw, enkele bankvestigingen en winkels in brand.

Het ministerie van Binnenlandse Zaken liet weten dat alle veiligheidsinstanties, politie, leger en paramilitaire verbanden, in de hoogste staat van paraatheid zijn gebracht.

Bhutto was een van de boegbeelden van de niet-islamistische oppositie die een einde wilde maken aan het militaire bewind van Musharraf. Een belangrijke rivaal van haar in dat kamp, ex-premier Nawaz Sharif, verklaarde tegen haar aanhangers haar strijd voort te zetten. Sharif zei bij het ziekenhuis waar Bhutto was overleden dat hij "van nu af aan haar oorlog voert".

(Bron: ANP)