Aanklachten tegen leiders Kosovo
18 feb 08
Het Servische ministerie van Binnenlandse Zaken heeft maandag juridische stappen ondernomen tegen de etnisch Albanese leiders in Kosovo die er zondag de onafhankelijkheid uitriepen.
Dat is volgens de gepubliceerde aangifte een ernstige misdaad tegen de wetten en de veiligheid van de
Servische staat.
De etnische Albanezen zijn in de Servische provincie Kosovo en Metohija in de meerderheid. In Belgrado zijn
aanklachten ingediend tegen hun leiders, president Fatmir Sejdiu, premier Hashim Thaci en
parlementsvoorzitter Jakup Krasniqi.
Het Servische parlement komt maandag in spoedberaad bijeen om "de illegale daden van de interim-autoriteiten
in Kosovo te annuleren", meldde de officiële media. De Servische regering heeft laten weten ook geen
enkele waarde te hechten aan besluiten die de Europese Unie neemt over de nieuwe 'Eulex'-missie in Kosovo. De
EU beoogt daarmee de eventuele vestiging van een onafhankelijk Kosovo in de steigers zetten.
De verontwaardiging over de onafhankelijkheidsverklaring is groot in Servië. Dat land beschouwt Kosovo
als de bakermat van de Servische natiestaat en beschouwt de Albanezen als relatieve nieuwkomers in de streek.
Bovendien zijn talrijke Serviërs verdreven door etnisch Albanese strijdgroepen. Die groepen hebben sinds
de jaren negentig de steun van westerse mogendheden, met name de VS. NAVO-landen bombardeerden het toenmalige
Joegsoslavië in 1999 net zo lang tot het Servische gezag in Kosovo zich terugtrok.
Voor veel Serviërs zat er niets anders meer op dan te vluchten.
(Bron: ANP/DPA)