Wilders scherpt mening over moslims steeds verder aan
27 mrt 08
De premier omschrijven als een beroepslafaard, de minister van Integratie knettergek noemen en zeggen dat de bewindsman op Buitenlandse Zaken de pot op kan.
Geert Wilders weet als geen andere politicus de aandacht op zich te vestigen met kritiek in
onparlementaire bewoordingen. In dat licht lijkt de anti-Koranfilm het huzarenstuk van de PVV-leider.
Sinds het kabinet eind november liet uitlekken dat Wilders werkt aan een film die zijn afkeer van de Koran
zal uitbeelden, heeft het Tweede Kamerlid vrijwel continu in de aandacht gestaan. Dat geldt zowel voor
binnen- als buitenland.
Terwijl de afgelopen drie maanden druk óver Geert Wilders en zijn film werd gesproken, trad de
politicus zelf nauwelijks actief op in de media. Hij gaf zijn reactie op alle ophef voornamelijk middels
korte soundbites en sms-berichten. Toen recentelijk een hele horde journalisten de PVV'er in het Tweede
Kamergebouw bestookte met vragen over de film, raakte hij geïrriteerd: "Laten we geen paniek veroorzaken
nog voordat er één minuut is uitgezonden."
De teneur van de film was toen wel al duidelijk: de Koran is een fascistisch boek, dat aanzet tot haat.
Wilders heeft die mening vorig jaar diverse malen geventileerd in interviews en ingezonden brieven in de
dagbladen. Hij kondigde aan dat zijn Koranfilm dat idee uitdraagt.
Het standpunt over de Koran en de roep om een verbod op het heilige boek voor moslims past in de lijn van
Wilders, die zijn opvattingen telkens verder aanscherpt. Voorbeeld: Begin 2007 zei de politicus dat moslims
die in Nederland willen blijven, de helft uit de Koran moeten scheuren en weggooien. Een half jaar later
pleitte de PVV-leider voor een verbod op de Koran. Hij vergeleek het heilige boek met Mein Kampf van Adolf
Hitler, dat in Nederland officieel verboden is.
Wilders begon zijn politieke carrière in 1990 als beleidsmedewerker van de Tweede Kamerfractie van de
VVD en speechwriter voor de Kamerleden. Daarvoor was hij even gemeenteraadslid in Utrecht.
Toen Wilders in 1998 zelf voor de VVD in de Tweede Kamer kwam, profileerde hij zich met onderwerpen als de
WAO. Later roerde de politicus zich nadrukkelijk op het buitenlandse terrein. Hij zei zelf een hekel te
hebben aan risicomijdend gedrag. Wilders gaf daar in de praktijk uiting aan met stevige teksten, die in de
ogen van de VVD-top meermalen te ver gingen. Ondanks interne kritiek liet Wilders blijken dat hij niet van
plan was zijn toon te matigen.
Zijn opvatting over de toetreding van Turkije bij de Europese Unie betekende in 2004 het einde van zijn
carrière bij de VVD. Hij kon zijn partij niet volgen in het standpunt dat Turkije uitzicht heeft op
toetreding. De cultuur van het land druist volledig in tegen de principes van de Limburger.
Toenmalig VVD-fractievoorzitter Jozias van Aartsen gunde Wilders niet de ruimte om zich te onttrekken aan de
fractiediscipline. Het conflict escaleerde en Wilders werd uit de fractie gewerkt. Als Groep Wilders ging hij
nog twee jaar verder. Voor de Tweede Kamerverkiezingen in 2006 maakte hij bekend mee te doen onder de naam
Partij voor de Vrijheid (PVV). Het werd een klinkende overwinning. Het afvallige VVD-Kamerlid sleepte met
zijn eigen politieke partij negen zetels in de wacht.
Als fractieleider houdt Wilders zich vooral bezig met het thema islamisering. Hij heeft zijn kritiek op het
heilige boek van de moslims de afgelopen anderhalf jaar gestaag aangescherpt, culminerend in de film
Fitna.
(Bron: ANP)