'Rat' Tichelaar kwam politiek niet uit de verf
16 apr 08
Een verrassing die er aan zat te komen. Zo karakteriseerde een Tweede Kamerlid van de PvdA woensdag het einde van Jacques Tichelaar als fractievoorzitter van de sociaaldemocraten.
Tichelaar mocht zich door zijn cruciale rol bij de formatie van het huidige kabinet dan pijlsnel hebben
geprofileerd als de nieuwe leider van de PvdA-fractie, zijn afbladdering voltrok zich haast niet minder
snel.
Problemen met zijn gezondheid noopten hem weer gewoon lid van zijn fractie te worden, maar een reeks
uitglijders hielpen tijdens zijn ziekteverlof al geruchten in de wereld dat hij als fractievoorzitter niet
zou terugkeren.
Bij het debat over de rijksbegroting in september dacht Tichelaar goede sier te maken met een pleidooi voor
reparatie van de koopkracht van de middeninkomens. Toen hij daar bij coalitiepartners CDA en ChristenUnie de
handen niet voor op elkaar kreeg, moest hij bakzeil halen.
Ook op twee andere gevoelige punten moest hij op zijn schreden terugkeren. Met zijn uitspraak dat hij geen
argumenten zag om géén referendum te houden over het nieuwe Europese verdrag, leek hij afstand
te nemen van het regeerakkoord, Later sprak de PvdA-fractie zich toch uit tegen een volksraadpleging.
Met een interview in Opzij bracht Tichelaar partijleider Wouter Bos in verlegenheid. Hij sloot niet uit dat
het congres Bos zou wegsturen als partijleider. Later betitelde hij zijn uitspraken als "een beetje
dom".
Tichelaar slaagde er zodoende amper in te laten zien dat in de goede onderhandelaar en diplomaat een even
gewiekst politicus school. Het was juist de stille diplomatie bij gedoodverfd coalitiepartner CDA die hem na
de verkiezingen van november 2006 de ideale man leek te maken om partijleider Wouter Bos bij te staan in de
coalitieonderhandelingen.
Tichelaar was er in de Kamer in geslaagd de verstoorde verhouding tussen CDA en PvdA na de mislukte formatie
van 2003 weer glad te strijken. Het zou vooral de zorgvuldig opgebouwde goede verstandhouding met
CDA-onderhandelaar Maxime Verhagen zijn geweest die de gesprekken op moeilijke momenten weer vlottrok.
Volgens Tichelaar omdat hij, zoals hij het zelf omschreef, net zo'n boef en rat was als Verhagen, volgens Bos
omdat Tichelaar als oud-vakbondsman gepokt en gemazeld was in het metier onderhandelen.
Tichelaars naam was gevestigd en na het vertrek van Wouter Bos naar het kabinet had hij het
fractievoorzitterschap voor het grijpen. Zijn ervaring aan de onderhandelingstafel had Tichelaar al opgedaan
als algemeen secretaris van onderwijsbond ABOP (1989-1994), een van de voorlopers van de Algemene
Onderwijsbond (Aob). Tichelaar was van 1994 tot 2002, toen hij Kamerlid werd, voorzitter van de AOb. Mocht
hij als stakingsleider moeiteloos de vereiste grote mond opzetten, aan de onderhandelingstafel liet hij zich
in die jaren al kennen als compromiszoeker.
(Bron: ANP)