Dagboek uit Alaska
13 sep 08
Een team van NOVA reisde deze maand naar de Eskimo-nederzetting Shishmaref op een eilandje ten noordwesten van Alaska. Door de gevolgen van de klimaatverandering zal het over een jaar of tien vermoedelijk helemaal in zee verdwijnen.
De bewoners moeten verhuizen en zijn daarmee ongewild de eerste klimaatvluchtelingen. Filmmaker Jan Louter en
cameraman Melle van Essen maakten er een film over die op 27 september tijdens het Nederlands Filmfestival in
première gaat:
'The Last Days of Shishmaref'. Maar eerst gaan de makers terug voor een
'onofficiële wereldpremière' op het eiland. Ellen Brans en Annephine van Uchelen reisden
mee.
Bekijk alvast een
fragment
Dagboek uit Alaska
Alhoewel onze komst al weken van tevoren is aangekondigd, is er op het vliegveld geen Eskimo te bekennen om
ons op te halen. Nou ja vliegveld, het is niet meer dan een klein stripje asfalt en meteen ook het enige wat
op het eiland is te bekennen. Alleen door het roestige bord met 'Shishmaref' weten we zeker dat we na twee
dagen reizen en vier tussenstops op het juiste eiland zijn geland.
Vanwege het mooie weer - het is tussen de 0 en 10 graden - zijn veel families op jacht. In de zomer moet
zoveel mogelijk voedsel worden verzameld voor de zware koude winter waarin het met ruim veertig graden onder
nul en gemiddeld drie uur daglicht een stuk lastiger is om te jagen.
Kariboes
Nu zijn de eilandbewoners met boten naar de nabij gelegen lagunes,
waar vooral wordt gevist op zalm. Op het land wordt gezocht naar bessen. Daarnaast wordt gejaagd op
zeehonden, walrussen en kariboes (rendieren), waarvan elk onderdeel wordt benut: het vlees wordt gegeten, van
vachten worden kleding en schoenen gemaakt en de geweien en slachttanden worden gebruikt voor het zogenaamde
'carving' (houtbewerking), de lokale bezigheid waarmee bijna elke Eskimo wat extra geld probeert te
verdienen.
Hoe verder we het dorp in rijden, hoe meer opvalt wat een ontzettende bende het is rond de houten huisjes:
kapotte sneeuwscooters, stapels met geweien, vuilniszakken en houten stellages met onwelriekende
kariboehuiden eroverheen. Hier en daar ligt een afgehakte elandkop in het gras, compleet met gewei, vacht en
dode ogen die je toch nog verwijtend aankijken.
Zinkend eiland
In de winter is alles bedekt met een romantische
laag sneeuw en ijs die de rommel aan het oog onttrekken, maar elke zomer komt de troep onverbiddelijk weer
tevoorschijn. Idyllische bomen en struiken, om het beeld wat te verzachten, zijn er niet. Alleen gras is
bestand tegen de barre weersomstandigheden.
Dat niemand het initiatief neemt om het eiland, of tenminste zijn eigen erf, eens flink op te ruimen, heeft
te maken met het vooruitzicht dat de eilandbewoners moeten verhuizen. Maar wanneer dat zal gebeuren is
onduidelijk, want de benodigde 100 miljoen dollar is er niet en 'Washington' bekommert zich nauwelijks om
zijn eerste klimaatvluchtelingen, die nu noodgedwongen blijven wonen op het zinkende eiland.
Shishmaref is slechts 5 kilometer lang en 400 meter breed en vergelijkbaar met een Waddeneiland. Al 4000
jaar lang leven de Eskimo's er hun 'subsistence way of life', een
traditionele leefwijze van jagen en verzamelen. Maar die is steeds moeilijker vol te houden. De warmere zee
bevriest tegenwoordig later waardoor de jagers veel dieren 'mislopen'. Door de smeltende permafrost worden
tijdens zware stormen grote stukken van de zwakke eilandgrond weggeslagen. Sommige huizen stortten al half in
zee of werden onbewoonbaar. Veel huizen zijn al verplaatst naar een veiliger gedeelte van het eiland, want
jaarlijks blijven er vele meters kustlijn wegslaan.
Na een rondje door het dorp klinken er opeens enthousiaste kreten en eindelijk zijn er wat Eskimo's die
Melle en Jan herkennen en verwelkomen. Van Perry, hun local producer en inmiddels een goede vriend, ontbreekt
ieder spoor en niemand blijkt iets te weten van de twee huisjes die hij voor ons zou regelen. Daar staan we
dan, midden in een verlaten dorp met kisten met apparatuur voor de filmvertoning, de cameraspullen en koffers
vol met truien, wanten, laarzen en kilo's Hollandse kaas, hagelslag en knoflook voor de
Eskimo's.
Hagelslag en knoflook
Terwijl wat jongetjes op onze spullen passen, besluiten we een kijkje te gaan nemen in een van de twee
winkels op het eiland. Omdat er verder weinig op het eiland is te doen hebben de winkels ook een sociale
functie, het is 'the place to be' als je een praatje wilt maken of informatie over iets of iemand wilt
hebben. Het winkelpersoneel bevestigt dat twee van de drie belangrijkste families uit de film op jacht zijn,
maar voor de filmvertoning zeker terug zullen komen. Maar waar Perry is, weten ze niet.
In de winkel worden gewone Amerikaanse producten verkocht als Campbell Soup, pakken met chocolate chip
cookies en diepvriespizza's maar ook lieslaarzen, jassen en zeehondenbontsloffen. Kranten en tijdschriften
zijn er niet en groente is er nauwelijks. Omdat alles per vliegtuig wordt aangevoerd, zijn de prijzen
exorbitant hoog; een gallon met drinkwater kost bijvoorbeeld 27 dollar en een biefstuk al gauw 20 dollar.
Deze prijzen zijn veel te hoog voor de meestal onbemiddelde en werkloze eilandbewoners. Het is een extra
reden om de traditionele jacht in stand te houden, een zelf geschoten kariboe is nu eenmaal gratis en
bovendien veel lekkerder.
'It is summer now'
Als we naar buiten lopen, komen we Dennis tegen, een gezette
jonge Eskimo die op een quad - een brommer met 4 wielen - voorbij komt scheuren. Met gierende remmen stopt
hij als hij Jan en Melle herkent. Tijdens eerdere draaiperiodes heeft hij voor ze gewerkt. Hij kijkt ons
stoer aan door zijn gele zonnebril met spiegelglazen terwijl zijn merkjas losjes om zijn schouders hangt en
hij achteloos zwaait met zijn gloednieuwe I-Phone. Het is duidelijk dat Dennis veel contact heeft met de
Westerse wereld of met de 'white men', zoals elke niet-Eskimo hier wordt genoemd.
Dennis komt meteen in actie als hij over ons huisjesprobleem hoort en is binnen 10 minuten terug met een
jong meisje op een ATV, dat haar huisje wel een week wil verhuren. Het staat vlak aan zee en is piepklein. En
ook vertrouwd, want de derde familie uit de film woonde tot voor kort in dit petieterige onderkomen, waar
afgelopen jaren veel is gefilmd. Zelfs als de tafel buiten wordt neergezet is er nauwelijks ruimte voor twee
matrassen. Laat staan voor drie. Of zou het lukken om nog een extra huisje te huren voor mijn collega Ellen
en mij zelf. Ellen is de cameravrouw en zij komt pas de volgende dag aan.
Dan blijkt dat ik een huisje mag huren van Dean, vlakbij de winkel. Dean is een
single Eskimo van ongeveer 50 jaar, die een redelijk geordend huisje bewoont. Waarschijnlijk was het aanbod
om wat geld te kunnen verdienen zo aantrekkelijk dat hij meteen ja heeft gezegd op het ad-hoc verzoek. Binnen
5 minuten heeft hij zijn spullen bij elkaar gepakt om een week in zijn ouderlijk huis te gaan logeren, dat
naast het zijne staat. Maar dan bedenkt hij zich en komt terug om me instructies te geven in een
onverstaanbaar lokaal accent.
Met een royaal gebaar naar zijn keuken roept hij dat ik alles mag gebruiken. Als hij zijn keukenkastjes open
trekt, blijkt dat er eigenlijk maar heel weinig valt te gebruiken, want op wat bekers, bestek en twee borden
na, staat er niets. Maar het is precies genoeg en ik ben erg blij met ons onderkomen. Dat zijn kachel op dit
moment kapot is, moet geen probleem zijn want, zo verklaart hij: "It's summer now and very hot, so you won't
need it."
Het mag dan stralend weer zijn buiten, meestal zet ik al bij hogere temperaturen dan 1 graad Celsius de
kachel aan, maar voorlopig schijnt de zon gelukkig nog. Stromend water is er niet, maar ik mag gebruik maken
van een ton met regenwater. Bij elk huis staan onder de dakgoot wat tonnen opgesteld met een lapje katoen
eroverheen bij wijze van filter. Op die manier wordt zomers drinkwater verkregen.
De eerste dagen durven we het niet te drinken maar al snel blijkt dat het veel beter smaakt dan de gallons
met het dure 'purified water' uit de winkel. En we worden er niet ziek van. In de winter reizen de Eskimo's
voor hun drinkwater per sneeuwscooter over de bevroren zee naar een nabijgelegen zoetwatermeer om brokken ijs
uit te hakken en thuis te smelten.
Neanderthalerfilm
Bij gebrek aan stromend water zijn er dus geen douche en wc in het huisje, wel is er een soort ouderwetse
poepdoos in een hoek. Na een paar dagen zijn we er nog steeds niet aan gewend dat we niet kunnen doortrekken,
we blijven in een reflex grijpen naar een knop die er niet is. Pas als we op de terugweg achteloos de wc
verlaten zonder doortrekken, merken we dat we eraan zijn gewend. Te laat dus.
Als echt alles verteld is aarzelt Dean en nodigt me dan uit om samen
met hem naar de DVD te kijken waar hij eigenlijk mee bezig was. Het gaat om een film waarin Neanderthalers,
gehuld in net zulke vachten als er overal in het dorp wapperen, veelvuldig op jacht gaan, elkaar aanspreken
in oerkreten en af en toe een Neanderthalervrouwtje grijpen (getailleerde dierenvacht).
Net als de Eskimo's leven ze van de jacht en van verzamelen. Het hoogtepunt is een clash met een groep
mammoeten die na een spannende confrontatie uiteindelijk heel begripvol blijkt te zijn en waarmee vrede wordt
gesloten. Kennelijk spreekt de scène Dean aan want hij knikt instemmend. Het is een gekke
gewaarwording om na twee volle dagen gereisd te hebben en groggy van de jetlag en tien uur tijdverschil op
een eilandje in Alaska in 'the middle of nowhere' samen met een Eskimo naar een Neanderthalerfilm te kijken,
en die totaal geen last schijnt te hebben van het enorme volume waarmee de film aanstaat.
Blote voeten
Het past helemaal bij de gelaten houding die we later die week bij de
meeste Eskimo's zien. Ze zijn erg aardig maar nogal op zichzelf en hun basisreactie luidt: 'Jip'. Met deze
kreet bevestig je simpelweg al het voorgaande en hoef je dus verbaal ook niets meer toe te voegen. Ideaal.
Uiteindelijk vertrekt Dean, zodat ik kan gaan uitpakken.
Achter een gordijn ligt een tweepersoonsmatras, een veel luxer bed dan ik me had voorgesteld. Mijn geleende lichtgewicht slaapzakje is gezien de temperatuur haast lachwekkend, dus ik hoop dat er nog ergens dekens te leen zijn. Als ik later die avond bij Melle en Jan ga eten vind ik het zo koud dat ik een dikke trui, een donzen jas, laarzen en wanten aantrek. Onderweg huppelen er een paar snoezige Eskimomeisjes met me mee. Tot mijn verbazing dragen ze Crocs aan hun blote voeten, mouwloze T-shirts en een dunne legging tot op de knie. Dat is ook zo, het is zomer. Kou is een relatief begrip.
Melle heeft een geweldig diner gemaakt van het weinige wat er in de winkel te krijgen was. Voor de komende dagen heeft hij bij een vriend een halve kariboe besteld, die morgen opgehaald kan worden. Inmiddels is Perry gearriveerd en hij eet mee. Het blijft een beetje onduidelijk waar hij vandaag was, maar het zal ongetwijfeld iets te maken hebben met de nieuwe vriendin waarover hij af en toe iets laat vallen. Hij blijkt in tegenstelling tot de meeste Eskimo's een enthousiaste man te zijn die bovendien uitstekend is te verstaan. Hij vraagt meteen wat ik nog nodig heb en belooft dat hij later die avond een slaapzak uit zijn vissersboot komt brengen.
Lichtroze hipsters
De volgende ochtend schrik ik van de telefoon. Ik wist niet eens dat die er was. Perry vertelt dat Ellen
inmiddels in Anchorage staat, maar zonder bagage. Of ze nu een reportage maakt op Antarctica, in Thailand of
in Alaska, er gaat altijd wel iets mis met haar koffers. Het is in ieder geval al mooi dat ze ons heeft
kunnen bereiken want de weinige eilandtelefoons zijn bijna allemaal bestemd voor lokaal verkeer en onze
mobieltjes doen het niet.
In Anchorage wil een strenge luchthavendame alleen de eventueel gevonden bagage opsturen als Ellen een
normaal adres opgeeft en niet alleen de naam van een eiland. Voor het argument dat op Shishmaref niemand een
huisnummer heeft, laat staan een adres, is ze niet gevoelig. Uiteindelijk volstaat de naam van de school
gecombineerd met de naam van de directeur.
We zijn opgelucht dat ik met alle cameraspullen vooruit ben gereisd, nu kunnen we in ieder geval onze
reportage maken. Alleen de hoeveelheid bandjes zou nog een probleem kunnen worden. Maar het is wel erg vervelend dat Ellen nu geen
kleren heeft en haar speciaal aangeschafte Alaska-boots, seksloos maar koubestendig, niet kan gebruiken. Op
het eiland is niets te koop en de eerstvolgende winkel ligt op bijna een uur vliegen van Shishmaref.
Gelukkig heeft ze in Nome nog wat waterdichte herensokken (maat 45, zo blijkt) en een set lichtroze
damesonderbroeken kunnen krijgen. Dit type 'hoge hipster' is in Nederland al decennialang lang niet meer te
koop. Althans niet in Amsterdam, denken wij. Aan het eind van de week laten we de onaangebroken pakjes
onderbroeken achter bij Dean. Helaas zullen we nooit weten wat hij ermee heeft gedaan.
's Middags halen we Ellen op van het vliegveld. Haar bagage is helaas niet gevonden en ze heeft alleen een
rugzakje bij zich. Minimaal drie mensen bieden bij wijze van grap aan om haar koffers te dragen. Die middag
gaan we meteen aan de slag en filmen we het weerzien van Jan en Melle met de familie Weyiouanna, Perry's
familie.
Ardith, de vrouw des huizes, is een mooie wat oudere Eskimovrouw met een gezin van vijf kinderen en diverse
kleinkinderen. Toen Jan haar jaren geleden tijdens zijn eerste research-reis tegenkwam, was hij diep onder de
indruk van haar wijsheid. En nog steeds. Na al die jaren zijn Ardith en haar man Johnny echte vrienden van
hem geworden. Het is een innig weerzien maar we moeten het helaas twintig minuten later nogmaals filmen. De
camera kan de overgang van de kou naar het warme huis niet aan en beslaat meteen. Maar na al die jaren door
Jans camerateam gevolgd te zijn, is deze Eskimofamilie wel wat gewend en professioneel stellen ze de
begroeting uit.
Hongerstaking
De Weyiouanna's leven met zijn allen in een piepklein, ongelooflijk
rommelig huisje. Overal waar je kijkt staat of ligt wel iets, variërend van stapels kleren, echte
sledehondenpuppy's tot een complete basketbalpaal met net. Johnny staat net kariboeburgers te bakken en kan
maar niet begrijpen dat ik ze afsla omdat ik vegetariër ben. Hij maakt zich zorgen dat ik het in de
winter te koud zal krijgen als ik geen kariboe of zeehondenolie eet. Heel begrijpelijk, vooral
als Perry uitlegt wat hun gezin nodig heeft om een
gemiddelde winter te kunnen overleven: 400 zalmen, 8 zeehonden, 10 kariboes, 4 walrussen, 60 eenden, 20
gallons met bessen, 5 gallons met zelf gevonden groenten of kruiden. Vegetariër zijn is hier net zoiets
als in hongerstaking gaan.
Tot onze verrassing wordt Ellens bagage toch gevonden en binnen een dag al naar het eiland gevlogen. Ellen
kan dus alsnog haar Alaska-boots dragen. Inmiddels zijn we behoorlijk geïntegreerd op het eiland. Kennen
we allebei na jaren onze Amsterdamse buren nauwelijks, hier kennen we al veel mensen bij naam en vice versa.
Omdat er weinig op het
eiland gebeurt, er is geen bar, café, restaurant of club, heeft het nieuws over onze komst en de
aanstaande filmvertoning zich snel verspreid. Helemaal nadat Jan en Melle filmposters met een aankondiging in
het dorp hebben opgehangen.
Binnen twee dagen zal de film in de gymzaal van de school vertoond worden, om 19.00 uur 's avonds. Iemand
wijst Melle erop dat de tijd beter veranderd kan worden in 7 pm, want onze Westerse tijdsaanduiding begrijpen
de eilandbewoners niet en dan komen ze gewoon ook niet.
Dat de informatie op de poster toch nog lastig is om te onthouden, merken we als een moeder met kind de informatie hardop voor zichzelf herhaalt: 'So, Wednesdaynight, seven
o'çlock, at the gym'. En dan sneller: 'Seven, gym, Wednesday'. Deze mantra herhalend, loopt ze weg,
terwijl een ander aan ons komt vragen of het klopt dat ze de gemiste screening woensdag kan komen inhalen.
Het lijkt ons het beste om dat te bevestigen, alhoewel er nooit een eerdere screening is geweest.
Het ritme op Shishmaref wordt gedicteerd door de jachtseizoenen en vrijwel niemand is gebonden aan strakke
werk- of crèchetijden, aan afspraken zijn de meeste mensen niet gewend. Menig interviewafspraak loopt
daardoor ook mis; de betreffende Eskimo komt niet opdagen of passeert terwijl we net onderweg zijn met een
boodschappentas (Wij: 'Hey Susan, I thought we had an appointment now?' Eskimo Susan: 'Jip. But now I go
shopping').
Bingo
En een afspraak
afbellen is onmogelijk want mobiele telefoons zijn er niet. Het gevolg is dat onze eigen strakke planning
meestal al in de ochtend wordt gedwarsboomd en we vele onnodige kilometers door het mulle zand van het dorp
afleggen, inclusief alle zware apparatuur. Van de enkele spontane aanbieding voor een lift per quad maken we
ook altijd dankbaar gebruik.
De filmvertoning is zorgvuldig gepland op een avond dat er geen bingo is. Bijna alle Eskimo's zijn dol op dit gokspel, vaak de enige manier om wat extra geld te verdienen. Maar nu blijkt dat de bingoavond opeens is verplaatst en samenvalt met de filmavond. Jan is er niet blij mee en merkt op dat dit net zoiets is als 'NOVA plannen tegenover het WK voetbal'.
Dan is het zo ver, het is de avond van de screening of, zoals Jan het noemt, de onofficiële
wereldpremière. De vorige dag is in het midden van de gymzaal alle apparatuur al getest, terwijl de
sportleerlingen er hun reguliere conditierondjes omheen renden. Alles deed het en de technische opstelling
staat klaar. In een kort
interview van tevoren geeft vooral Jan aan een beetje gespannen te zijn, voornamelijk over de opkomst. Hij
bereidt zich voor op een lege zaal met misschien alleen wat docenten en de familie Weyiouanna, die beloofd
heeft om te komen.
Maar als om zeven uur de eerste families binnendruppelen, vaak met vier generaties tegelijk, krijgt hij er
meer vertrouwen in. In een hoek van de gymzaal deelt Arnold, zoon uit een van de geportretteerde families,
gratis 'pop' uit ('prik'). Frisdrank is zo populair op het eiland dat hij wordt bestormd. Ook enkele
volwassenen sluiten onopvallend aan in de rij, onder het voorwendsel pop voor hun kinderen te komen
halen.
Dan maant de schooldirecteur iedereen tot stilte. Hij was ongetwijfeld van plan om de film met veel gevoel in te leiden, maar door zijn boosheid over al het lawaai ontaardt zijn speech al gauw in een reeks dreigementen. Jan springt tactisch in op de preek door aan Joe te vragen of 'de mensen dan in ieder geval wel hardop mogen lachen?' Dit valt goed en iedereen lacht inderdaad. Maar echt stil wordt het niet. De sfeer in de zaal vertoont veel overeenkomsten met die in de ballenbak van Ikea op een gemiddelde zaterdagmiddag. Overal rennen schreeuwende kinderen door de gymzaal, baby's huilen en het lichtknopje oefent een enorme aantrekkingskracht uit op de pubers. Niemand grijpt in, alleen Joe Braach doet niets dan kinderen wegsleuren en toespreken. Het hoort nu eenmaal bij de gelatenheid van de bewoners van Shishmaref.
Voor Jan en Melle is het een opluchting om te merken dat het publiek af en toe moet lachen om de film,
soms op momenten die wij juist als ernstig ervaren, maar er zijn ook veel parallellen. Tijdens de aftiteling
fluistert de inmiddels tot rust gekomen Joe Braach tegen Jan: 'Wow Jan, you captured it all!'. Als de lichten
aangaan wordt er luid geapplaudisseerd en Jan en Melle zijn duidelijk geëmotioneerd. Jan verklaart na
afloop dat hij 'nog net niet gaat huilen, maar het scheelt niet veel'.
Ardith Weyiouanna omhelst Jan en zegt dat ze nooit had gedacht dat de film zo mooi zou worden. Dan spreekt
ze haar hoop uit: ' Als een boodschap zo goed is verpakt, dan moet hij toch ergens in de wereld wel worden
gehoord.'
Annephine van Uchelen
NB: 'The Last Days of Shishmaref' gaat op 27 september tijdens het Nederlands Filmfestival in
première, de landelijke release is vanaf 9 oktober. NOVA zendt
de Shishmaref-special uit op 20
september aanstaande.