Reactie op bericht Raad voor de Journalistiek
19 sep 08
NOVA blijft bij haar besluit om de samenwerking met de Raad voor de Journalistiek op te schorten.
Een gesprek op 10 september van de hoofdredactie van NOVA met vertegenwoordigers van de Raad voor de
Journalistiek heeft partijen niet nader tot elkaar gebracht. NOVA blijft van mening dat de uitspraken van de
Raad in de zaken Generaal Prins/NOVA en NMO/NOVA onsamenhangend, slecht onderbouwd en intern tegenstrijdig
zijn. NOVA vindt de uitspraken schadelijk voor de journalistieke praktijk, omdat daarmee het weigeren van
wederhoor in feite wordt beloond.
Het gesprek vond op verzoek van de Raad plaats omdat NOVA naar aanleiding van twee recente uitspraken van de
Raad (RvdJ 2008/10, Generaal Prins/NOVA en RvdJ 2008/23, NMO/NOVA) te kennen had gegeven haar medewerking aan
procedures bij de Raad te zullen opschorten.
De Raad heeft in de zaak Generaal Prins/NOVA erkend dat een onderdeel van de uitspraak "ongelukkig is
geformuleerd", aangezien de beoordeling is gebaseerd op stukken die dateren van ná de datum van de
uitzending waarop de klacht betrekking had en waarover NOVA ten tijde van de uitzending dus ook niet had
kunnen beschikken.
De Raad zegt dat NOVA in de uitzendingen over de NMO de indruk heeft gewekt dat de NMO zodanig is
geradicaliseerd dat er geen ruimte meer is voor liberale programma's. NOVA wordt in dat verband eenzijdige
berichtgeving verweten, terwijl NOVA aan de NMO keer op keer heeft gevraagd op haar bevindingen dat bepaalde
programma's in de toekomst geen doorgang zouden vinden, te reageren. De NMO heeft echter consequent geweigerd
in te gaan op NOVA's verzoek om een reactie.
De vraag is dan welke mogelijkheden de Raad voor NOVA zag om de volgens hem eenzijdige berichtgeving te
nuanceren. Daarover zegt de Raad dat NOVA meer aandacht had moeten besteden aan de wijze waarop bij de NMO de
programmering tot stand komt. De Raad wijst in de uitspraak onder meer op het belang van de
NMO-programmaraad. Het onderwerp van programmering bij de NMO is tijdens de mondelinge behandeling bij de
Raad echter niet uitdrukkelijk aan de orde geweest. Als dat het geval zou zijn geweest, had NOVA kunnen
opmerken dat de NMO-programmaraad al sinds juni 2007 niet, en op zijn minst gebrekkig functioneert. Het in de
uitzending van NOVA aan de orde stellen van de wijze van programmeren bij de NMO en de NMO-programmaraad had
daarom geen enkele nuancering van het beeld dat in de NOVA uitzending naar voren komt, kunnen geven. Ook om
die reden kan NOVA de uitspraak van de Raad niet volgen.
Doordat NMO verder niet is ingegaan op het verzoek van NOVA om een reactie, krijgt NOVA van de Raad in zijn
uitspraak het verwijt van eenzijdige berichtgeving. In die zin wordt het weigeren van wederhoor door de Raad
beloond.
De Raad voor de Journalistiek heeft in het gesprek aangekondigd binnenkort met voorstellen voor een nieuwe
werkwijze te komen. NOVA wacht die voorstellen met belangstelling af, maar zal vooralsnog niet meer aan
zittingen van de Raad meewerken.
Hoofdredactie NOVA