NOVA commentaar: Gaza en de journalistieke (on)balans
8 jan 09
"Wordt het niet eens tijd voor NOVA om het Palestijns geluid te doen horen en eens wat minder toe te geven aan de Israëlische propaganda?"
"Waarom, zo vraag ik mij af, laten de westerse media zich toch zo gretig gebruiken voor de Palestijnse en
Arabische (oorlogs-)propaganda?"
Twee kijkers; twee volkomen tegengestelde meningen. Je zou zeggen: ze kunnen niet allebei gelijk hebben. En
inderdaad. Beide kijkers hebben ongelijk - dat kan dan weer wel. NOVA is geen partij in het
Israëlisch-Palestijnse conflict en probeert alleen te doen wat je van een actualiteitenrubriek mag
verwachten. En dat is, zover mogelijk, de feiten laten zien en de meningen laten horen.
De reacties van de kijkers zeggen niets over de positie van NOVA, maar alles over de wijze waarop het debat
rond Gaza is gepolariseerd door de propagandisten van beide kampen. Met die vaststelling zouden we kunnen
volstaan, in de veronderstelling dat het wel goed zit met de balans in onze berichtgeving zolang de boze
reacties maar van twee kanten komen.
Er valt meer over te zeggen. Er zijn tal van factoren die onafhankelijke en afgewogen berichtgeving
bemoeilijken. Een van de problemen is dat het ontbreekt aan voldoende onafhankelijk beeld volledig te
berichten over wat er gebeurt in Gaza. Alleen Al Jazeera heeft
permanent een correspondent in Gaza die af en toe betrouwbaar beeld weet te presenteren. Het Israëlische
legerIDF houdt journalisten buiten de deur en
regisseert de officiële beeldenstroom; de andere kant van het verhaal komt vooral naar buiten via
bloggende Palestijnen en amateurfilmers. Beide bronnen moeten met argwaan worden beoordeeld.
Op 28 december 2008 presenteerde het IDF een filmpje
via Youtube, waaruit moest blijken hoe Palestijnen een vrachtwagen laadde met projectielen. Een bom
maakte een einde aan het tafereeltje. Het bewees, volgens Israël, dat de aanvallen op Hamas niet alleen
gerechtvaardigd zijn, maar ook precies - dus met minimale schade aan burgerdoelen. Twee dagen later kwam naar
buiten dat het mogelijk een
vergissing betrof. De vrachtwagen werd niet geladen met projectielen, maar met zuurstofcylinders,
volgens een 55-jarige Gaza-bewoner die zich meldde als eigenaar. Hij verloor zijn zoon bij de aanslag.
Op 3 januari 2009 plaatste de Palestijnse blogger Sabbah een
filmpje op Youtube van
een bloedbad in Gaza, dat zou zijn veroorzaakt door een Israëlische bom. Maandag was het filmpje weer
verdwenen, nadat bleek dat het ging om een incident uit 2005, dat niet op het conto van Israël kan
worden geschreven. De oorzaak van het bloedbad was een per ongeluk exploderende Hamas-truck. France2, de
publieke zender in Frankrijk, plaatste het filmpje te snel en heeft zich er inmiddels voor moeten
verontschuldigen.
Een tweede probleem, van veel meer gewicht, is de loodzware last van de geschiedenis die het conflict
omgeeft. De emoties rond de Holocaust, de koloniale erfenis in het Midden-Oosten, de claims op grond van
religieuze overtuigingen: allemaal ongrijpbare factoren die elke poging tot rationaliteit bij voorbaat
verdacht maken. Een debat over het conflict is niet mogelijk, zonder dat het ontaardt in oeverloos gebekvecht
over de schuldvraag, waarbij beide partijen zich diep ingraven in hun eigen historische gelijk.
Als NOVA
Dries
van Agt uitnodigt om zijn visie op de kwestie te geven, levert dat onmiddellijk boze reacties op.
Twee voorbeelden:
"Waarom jullie de katholiek/anti-semiet Van Agt telkens de ruimte geven zijn haatzaaiende praatjes voor
TV te houden, is mij een raadsel".
"Als je iemand als Van Agt uitnodigt, (u noemt hem zelf 'een ambassadeur van de Palestijnse zaak') zou
het alleen redelijk zijn om ook een 'ambassadeur van de Israëlische zaak' uit te nodigen voor een
weerwoord".
Er zijn journalistieke redenen Van Agt aan het woord te laten. Het feit dat hij zich het lot van
de Palestijnen aantrekt, is opmerkelijk. De man is oud-premier van een land, dat nog steeds bekend staat als
een van Israëls trouwste bondgenoten. Hij heeft dus een draai van 180 graden moeten maken. Het is de
moeite waard zijn argumenten aan te horen. We hadden natuurlijk kunnen kiezen voor een debat tussen Van Agt
en bijvoorbeeld Ronnie Naftaniël van het Cidi, maar daar was de
kijker niets wijzer van geworden - zoveel is zeker. Dan was het debat ontaard in een spel rond de vraag wie
is begonnen. En die vraag, zo al te beantwoorden, is even zinloos als de vraag wie het eerst moet
ophouden.
Interessanter is de vraag waar de huidige oorlog in Gaza toe leidt. President Simon Peres was de eerste die
bij de aanvallen op Gaza kritische noten plaatste. "Wat willen we hiermee bereiken?", was zijn vraag. Die
stelt hij niet meer. "Hamas had een stevig lesje nodig. Dat krijgen ze nu", is inmiddels zijn verklaring.
Doel is officieel "het vernietigen van de terroristische infrastructuur" van Hamas.
Hoe nu verder? Die vraag is voor Israël voorlopig niet interessant. Ook
Martin van Creveld, militair strateeg van naam in Israël, kwam in NOVA niet
verder dan een ongeduldig schouderophalen als antwoord op die vraag. "Dat interesseert me niet", sprak
hij. Niet als strateeg, maar als grootvader. Hij wil niet dat ze vanuit Gaza nog raketten afschieten op
zijn kleinzoon. Ook dat schoot menig kijker in het verkeerde keelgat, net als de opmerking van Peres dat
de Israëli beter op hun kinderen passen dan de Palestijnen.
Gaat er een diepere strategie schuilt achter de Israëlische inval in Gaza? Daar valt over te
speculeren, maar zolang er geen duidelijkheid over is, valt het conflict niet anders te zien dan als een
kwestie van "oog om oog, tand om tand" - om het in Bijbelse termen te vatten. En omdat de vraag wie begon
niet te beantwoorden is, althans niet zonder de schijn van partij te kiezen, rest alleen de proportionaliteit
als min of meer objectieve meetlat. In de praktijk is die meetlat niet meer dan een middel om Israël -
in militair opzicht nu eenmaal veruit de sterkste- enigszins in toom te houden. Enigszins, want Israël
weet ook het gegeven dat er zoveel meer Palestijnse slachtoffers vallen redelijk succesvol te pareren met het
argument dat Hamas-militanten daar de schuld van zijn door zich te verschuilen tussen de burgerbevolking. Het
onderstreept nog maar eens: kenmerkend voor het conflict is dat elk argument stuit op een even compromisloos
tegenargument.
In zo'n klimaat en in die omstandigheden kan ook de journalist z'n werk niet doen zonder van partijdigheid te
worden beticht, hoe onafhankelijk hij of zij ook te werk probeert te gaan. Dat geldt zeker voor de
correspondenten in het Midden-Oosten, die a priori moeten leven met de verdenking dat ze óf
solidariseren met de Palestijnen óf zich een oor laten aannaaien door de Israëli. NOVA's Ankie
Rechess wordt door de Palestijnse propagandisten moeiteloos gerangschikt bij de Israël-kliek. Niet
zozeer op grond van haar werk - ze heeft tal van reportages op haar naam staan die het verhaal van de
Palestijnen vertellen - maar op grond van het feit dat ze ooit een dierbare verloor bij een
PLO-aanslag.
Feit is dat ook zij moet leven met de beperkingen die het Israëlische leger oplegt aan journalisten die
verslag willen doen over Gaza. Ze komt er eenvoudig niet in. Om die reden neemt NOVA zijn toevlucht tot het
inhuren van een Palestijnse journalist, die wel in de Gaza-strook kan filmen. Het is de enige manier om op
dit moment te laten zien wat er gaande is. We maken het de kijker die de journalist wil plaatsen gemakkelijk:
hij verloor een familielid dat een zelfmoordaanslag pleegde. Maar u kunt natuurlijk ook gewoon het verslag op
zijn merites beoordelen.
In de extremen zoekt NOVA de balans. Het klinkt misschien paradoxaal, maar alleen zo kunnen we als
onafhankelijke rubriek verslag doen van een conflict waarin geen plaats is voor wederzijds begrip en dat met
rede noch militaire middelen valt op te lossen. De kijker mag vervolgens oordelen.