Uitspraak van de Raad voor de Journalistiek
29 jan 04
Beslissing van de Raad voor Journalistiek inzake de klacht van F. Eeken
NOVA heeft in een uitzending van 1 september 2001 aandacht besteed aan Jomanda. De heer F. Eeken heeft hierop
een klacht ingediend bij de Raad voor de Journalistiek.
Standpunten van de partijen
Klager stelt dat hij een definitive belastingaanslag heeft ontvangen voor een groot bedrag, omdat het
Ziekenfonds de door hem gemaakte kosten voor het bezoeken van Jomanda niet vergoedt. Hij is de dupe van
negatieve uitlatingen omtrent Jomanda en is derhalve door de berichtgeving persoonlijk in zijn belangen
geschaad, alsdus klager.
Beoordeling van de ontvankelijkheid
Ingevolge artikel 2 lid 1 van het Regelement van de Raad komt slechts voor behandeling in aanmerking een
klaagschrift dat is ingediend door een 'rechtstreeks belanghebbende'. Volgens het vaste oordeel van de Raad
kan een klager zodanig worden aangemerkt, indien zijn belang bij de gewraakte publicatie direct betrokken is
en hij door die publicatie persoonlijk in zijn belang is geraakt.
Klager heeft niet aannemelijk gemaakt dat de kosten voor zijn bezoeken aan Jomanda, zoals hij stelt, ten
gevolge van de gewraakte berichtgeving niet aan hem worden vergoed. Ook overigens is niet gebleken van
omstandigheden die kunnen leiden tot het oordeel dat het belang van klager direct betrokken is bij
de gewraakte publicaties (vgl. onder meer: Schepers tegen 'De Ochtenden' (VPRO), RvdJ 2003/47 en Van Os tegen
Huisjes en Algemeen Dagblad, RvdJ 2003/40).
Beslissing
Klager is in zijn klacht niet-ontvankelijk.