Koos Plooy
19 feb 04
Is: officier van justitie en Nederlands meest bekende 'crimefighter'.
Carrière: Plooys carrière begint als officier van justitie in Utrecht. Daar
behandelt hij zowel milieu- en jeugdzaken als de zware criminaliteit. In 1998 vertrekt Plooy naar Amsterdam.
Sinds 2001 houdt hij zich uitsluitend bezig met zware criminaliteit, met nadruk op strafrechtelijke
onderzoeken naar ambtelijke corruptie en criminele netwerken.
Bekendheid: Hij staat bekend als een degelijk en rustig aanklager. Hij is recht door zee en
een harde werker. Als aanklager in de zaken tegen Mink K., Charles Z.,
Volkert van der G ., en de lijfwacht van
Sam Klepper, verwerft Plooy nationale bekendheid. Ook participeert hij in het onderzoek naar de bomaanslag op
kunstenaar Rob Scholte.
Mogelijke aanslag: In september 2003 wordt bekend dat criminelen plannen hebben om Plooy te
vermoorden. Jotcha Jocic is genoemd als mogelijke opdrachtgever. De criminele organisatie van Jocic geldt als
uiterst gewelddadig. De aanslag op officier van justitie Plooy, die Jocic in Bulgarije samen met enkele
bendeleden van de Joegoslaaf liet aanhouden, zou moeten worden gepleegd met een raketwerper.
Jocic: Jocic, die in de zwaar beveiligde gevangenis in Vught gevangen zit, wordt door de
Amsterdamse politie verdacht van betrokkenheid bij een reeks van liquidaties in het criminele milieu. Zo zou
hij opdracht hebben gegeven voor de moorden op topcriminelen Sam Klepper en Jan Femer.
Plooy onderzoekt alle geruchtmakende afrekeningen van de afgelopen jaren. Een onderzoek waarbij haast is
geboden: Jocic' straf (voor het schieten op een agent) zit er bijna op. Half maart komt hij vrij en wordt hij
vrijwel zeker uitgeleverd aan Duitsland voor een drugszaak.
Kroongetuige: Om Jocic op tijd in Nederland te kunnen vervolgen voor de moorden en de
zaak-Plooy, wilde de recherche een doorbraak forceren door een crimineel als kroongetuige in te zetten. Maar
de voorzitter van het College van Procureurs-Generaal,
Joan de Wijkerslooth , zou dat verboden
hebben.
Openbaar Ministerie: Het verbod leidt tot grote onrust binnen het OM. Critici vinden dat het
College de getuigeverklaring moet gebruiken, ondanks de risico's ervan. Het College wil echter geen deals
sluiten met criminelen, vanwege slechte ervaringen in het verleden. In dit geval gaat het om een crimineel
die bescherming vraagt in ruil voor het afleggen van zijn getuigenis in de rechtszaal.
19 februari 2004: Plooy stopt met zijn onderzoek. Daarbij speelt een brief van de top van
het OM, het College van Procureurs-Generaal, aan de hoofdofficieren van justitie een rol. Het College trekt
daarin de ernst van de bedreigingen aan het adres van Plooy in twijfel. Plooy blijft wel bij het Amsterdamse
parket, maar zal zich met andere zaken gaan bezighouden.
(Bronnen: Wikipedia, Volkskrant, NRC, ANP)