Milde straffen voor S.E. Fireworks-directeuren

De rechtbank in Almelo heeft de directeuren van S.E. Fireworks dinsdag veroordeeld tot celstraffen van zes maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk. De rechtbank acht bewezen dat Rudi Bakker en Willy Pater een aantal milieuvoorschriften hebben overtreden en illegaal in vuurwerk hebben gehandeld. Voor dat laatste feit moeten de directeuren ook nog een boete van 2250 euro betalen. Het tweetal werd vrijgesproken van brand door schuld en dood door schuld.

De rechtbank acht bewezen dat Bakker en Pater zonder vergunning het aantal opslagcontainers voor vuurwerk hebben uitgebreid en beschikten niet over een adequate brandblusvoorziening. "Zij hadden gezien hun jarenlange omgang met vuurwerk moeten zorgen voor een volautomatische sprinklerinstallatie, wat het effect daarvan ook was geweest op 13 mei 2000". Ook vindt de rechtbank het zeer kwalijk dat de verdachten de vergunning van het bedrijf niet kenden.

Milde straffen
Beide verdachten hebben al drie maanden gezeten, zodat zij niet meer de cel in hoeven. De straffen zijn beduidend milder dan geëist. Tegen Bakker was dertig maanden celstraf geëist, waarvan tien maanden voorwaardelijk. Tegen Pater was vijftien maanden geëist, waarvan vijf maanden voorwaardelijk.

Een van de argumenten om de straffen te matigen is de rol die de overheid heeft gespeeld in de handhaving van de voorschriften. Daar heeft de rechtbank geen goed woord voor over. Ambtenaren van de gemeente Enschede en Bureau Milan van het ministerie van Defensie hebben hun controlerende en handhavende taken 'op een volstrekt onbegrijpelijke wijze uitgevoerd', aldus het vonnis.

Volgens J. Plasman, advocaat van Bakker, is het verwijt dat zijn cliënt de vergunningen niet heeft gelezen, als belangrijkste feit overgebleven. "En dat feit is niet ten laste gelegd", aldus de raadsman. "Voor het overige hebben wij op de meeste punten gelijk gekregen. Zo is niet bewezen verklaard dat er te veel en te zwaar vuurwerk heeft gelegen." Plasman wijst voorts op de onvrede van de rechtbank met de niet-vervolgbaarheid van de overheid.

Bakker en Pater hebben zichzelf altijd onschuldig gevonden. Na hun overname van het bedrijf, in het voorjaar van 1998, hebben zij het bedrijf 'naar beste eer en geweten' gerund, aldus de directeuren. Bakker zegt dan ook niet blij te zijn met de uitspraak. "We hebben twee jaar lang gevochten en voor het overgrote deel gelijk gekregen. We zullen blijven vechten voor duidelijkheid", aldus de directeur. Plasman en Bakker beraden zich nog op hoger beroep.

Voor G. Meijers, advocaat van Pater, was de vrijspraak voor de brand door schuld en dood door schuld het belangrijkste onderdeel van het vonnis. "Het is een onzalige beslissing geweest om deze twee mensen te vervolgen. Dat is de belangrijkste conclusie die ik uit het vonnis haal", aldus Meijers. De raadsman acht uitgesloten dat hij in hoger beroep gaat. Pater toonde zich 'opgelucht'. Hij noemde het vonnis 'terecht'.

Smallenbroek
De rechtbank vindt het 'onbegrijpelijk' dat oud-eigenaar van het vuurwerkbedrijf, H. Smallenbroek, niet vervolgd wordt. Smallenbroek heeft 'de zieke toestand van het bedrijf geschapen', aldus het vonnis. Ook hij lapte de milieuvoorschriften aan zijn laars. De verjaringstermijn voor dat delict is twaalf jaar, merkte de rechtbank subtiel op. Volgens persofficier M. Kunst overweegt het OM nader onderzoek naar de praktijken van Smallenbroek in te stellen.

(Bron: ANP)