Een dagboek uit Afghanistan, 29 juli 2003
5 aug 03
Wali Hashimi (Saw) houdt voor NOVA een dagboek bij over zijn werkzaamheden in Afghanistan. Na jaren in Nederland gestudeerd te hebben, is hij nu terug in zijn geboorteland om de mediaprojecten op te zetten.
Dinsdag, 29 juli 2003
Het is acht uur 's morgens en ik regel een auto om naar het ministerie van Informatie en Cultuur te gaan.
Mijn collega Idrees en ik hebben om half tien een afspraak met minister Rahien, een Afghaan die jarenlang in
Amerika heeft gewoond en na de val van de Taliban weer naar Afghanistan is teruggekeerd om deel te nemen aan
de wederopbouw van Afghanistan. Rahien is een aanhanger van koning Zaher.
Bij de receptie krijgen we helaas te horen dat 'Wazier Saheb' (geachte minister) vandaag niet komt. 's
Avonds zie ik op tv de resultaten van de nationale veiligheidsvergadering. Ik zie dat er inderdaad een
veiligheidssymposium is georganiseerd door de Rochus Pronk, de zoon van de voormallige Nederlandse minister
van ontwikkelingshulp, Jan Pronk. Het is een verrassing voor mij dat Nederland een beetje bij 'de groten'
begint te horen.
Woensdag, 30 juli 2003
Vandaag zit ik weer in een heel oude taxi waarvan het stuur maar een halve slag kan draaien. De chauffeur,
een man met opvallend veel rimpels in zijn gezicht, praat weinig. Af en toe klaagt hij over de
verkeersregels, vooral als we een agent tegenkomen die op een kruising het verkeer staat te regelen.
Ik luister naar het radionieuws en hoor opeens citaten van een rapport van de Human Rights Watch over
Afghaans religieus radicalisme, de macht van de Afghaanse krijgsheren en de schendingen van vrouwen-rechten.
Dat wordt de discussie van de dag. Het is een heel mooi plan om alle krijgsheren te ontwapenen, maar hoe je
dat doet, blijft de grote vraag. Er zijn nog geen projecten om de militairen tot een geciviliseerd bestaan te
bewegen, maar er bestaan vele plannen op papier.
Het nieuwe Afghanistan is ongetwijfeld frustrerend voor de krijgsheren. Ze hebben in verschillende oorlogen
gevochten - tegen de Sovjet-invasie en later tegen al-Qaeda- en Taliban-leden - en nu opeens wordt er op
militairen neergekeken. Het maakt het ontwapeningsproces moeilijker en het kan mogelijk de Bonn-akkoorden in
gevaar brengen.
Donderdag, 31 juli 2003
Richard Myers, de Amerikaanse topgeneraal, is in Afghanistan en doet
de 'aangename' mededeling dat alle gevaren en bedreigingen eigenlijk uit Pakistan komen. Tot opluchting van
de Afghanen, die dat al heel lang roepen. Al-Qaeda en kleine groepen van de Taliban krijgen nog steeds
terreurtrainingen op Pakistaans grondgebied en worden over de grenzen van Afghanistan gestuurd om
coalitietroepen te doden en de Afghaanse regering te destabiliseren.
Erger nieuws is dat al-Qaeda is begonnen met het recruteren van Afghaanse kinderen voor zelfmoordacties. Ook
dat gebeurt op Pakistaans grondgebied. Zolang Pakistan een deel van de coalitie is, vinden zulke activiteiten
binnen de Pakistaanse grenzen plaats. Een ingewikkelde situatie en het is te hopen dat Amerika en de
internationale gemeenschap iets kunnen doen. Dat is althans wel wat iedereen hier graag zou willen.
-
Nieuws en achtergronden
- Een dagboek uit Afghanistan, 26 juli 2003
- Een dagboek uit Afghanistan, tot 13 augustus 2003
- Een dagboek uit Afghanistan, 18 augustus 2003
- Wali Hashimi (Saw)
- Een dagboek uit Afghanistan, 29 augustus 2003
- Een dagboek uit Afghanistan, 11 september 2003
- Een dagboek uit Afghanistan, 22 september 2003
- Hoe is het nu met... Afghanistan
- Foto's uit Afghanistan
- Een dagboek uit Afghanistan, 21 oktober 2003