Uitkomsten en aanbevelingen van het onderzoek
27 aug 03
Hieronder vindt u de uitkomsten van het onderzoek en de daaruit voortvloeiende aanbevelingen.
Basisonderwijs
Uit het basisonderwijs blijkt onder meer dat:
- de meerderheid van de schoolgaande jeugd van allochtone afkomst is; grotendeels uit de
niet-geïndustrialiseerde landen;
- bijna de helft van de basisschoolleerlingen (49%) afkomstig is uit landen als Suriname, Marokko en Turkije
én ouders heeft met een lage schoolopleiding;
- alleen in de stadsdelen Noord, Oud-West, Oud-Zuid, Centrum en Zuideramstel het percentage
basisschoolleerlingen met laag opgeleide ouders van niet-westerse afkomst beneden de 50% is;
- in de stadsdelen Zeeburg, Bos en Lommer, Geuzenveld/Slotermeer en Zuid-Oost de meeste niet-westerse
allochtonen zijn geconcentreerd;
- van de 201 basisscholen in Amsterdam 127 scholen meer dan 50 % leerlingen van laag opgeleide ouders van
niet-westerse afkomst ( de zogenaamde 1.90 leerlingen) hebben, en 102 basisscholen een concentratie van 70%
hebben;
- van de 201 basisscholen er 54 zijn waarop schoolniveau geen of weinig contactmogelijkheden bestaan tussen
de allochtone achterstandsleerlingen en andere groepen leerlingen omdat de 'andere groep' vrijwel
ontbreekt;
- er 52 scholen zijn waar het percentage allochtone achterstandsleerlingen aanzienlijk afwijkt van het
percentage allochtonen jonge kinderen in het postcodegebied. Hiervan zijn 22 scholen naar verhouding 'te
zwart' en 30 scholen 'te wit';
- confessionele scholen in tegenstelling tot wat vaak werd aangenomen relatief veel allochtonen en
autochtonen achterstandsleerlingen opneemt.
Betrokkenen
Bij betrokkenen in het basisonderwijs, zoals directeuren en schoolbestuurders, is
onderzocht wat volgens hen de oorzaken, problemen en mogelijke oplossingen voor de segregatie zouden moeten
zijn. Hieruit blijkt onder meer het volgende:
- De betrokkenheid bij het onderwerp is toegenomen maar dat er weinig uitwisseling is van ervaringen tussen
besturen, directeuren en andere betrokkenen;
- Als belangrijkste oorzaak wordt de woonsegregatie genoemd;
- Scholen zien weinig in algemene acties en ingrijpende maatregelen. Maatwerk en gerichte stimulansen op meer
instemming rekenen;
- Alle spreidingsvarianten, waarbij sprake is van inperking van de keuzevrijheid van onderwijs, kunnen op
weinig tot geen draagvlak rekenen;
- Om de prestaties van het onderwijs blijvend te verbeteren moet vooral ingezet worden op het vasthouden en
aantrekken van goede leraren. Dit betekent hogere lonen, hetzij structureel (via de landelijke politiek),
hetzij met toeslagen.
Voortgezet onderwijs
Uit het voorgezet onderwijs blijkt onder meer dat:
- segregatie twee verschijningsvormen kent. Allereerst tussen schooltypen als gevolg van schoolresultaten.
Dit is vooral het verschil tussen avo en vmbo. De avo's worden voornamelijk bevolkt door leerlingen met een
Nederlandse achtergrond en de vmbo's voornamelijk door leerlingen met een niet-westerse achtergrond. Ten
tweede segregatie binnen schooltypen als gevolg van keuzepatronen;
- de drie categoriale gymnasia trekken relatief weinig niet-westerse allochtonen met laag opgeleide
ouders;
- van de 21 scholen met uitsluitend vmbo hebben er 15 een percentage niet-westerse allochtonen boven het
stedelijk gemiddelde;
- in het algemeen kent Amsterdam zeer zwarte en zeer witte scholen voor het voortgezet onderwijs en alles
daartussenin.
Aanbevelingen
Aanbevelingen van de onderzoekers om segregatie tegen te gaan:
- Start geen stedelijk spreidingsbeleid. Elke vorm van dwang werkt averechts;
- Verminder de woonsegregatie door onder andere de kwaliteit en aard van het scholenbestand in de
stadsvernieuwingstrategie te betrekken;
- Verwar onderwijsachterstandenbeleid niet met een beleid om segregatie tegen te gaan;
- Investeer in onderwijshuisvesting en leraren met name op scholen met veel achterstandsleerlingen;
- Geef voorlichting en overleg met ouders;
- Ondersteun afspraken tussen scholen en schoolbestuurders over het opnemen van leerlingen die een betere
menging opleveren;
- Stimuleer uitwisseling tussen verschillende scholen buiten en binnen schooltijd.