De Cuba-crisis in vogelvlucht
17 feb 05
In oktober 1962 werd een kernoorlog tussen Amerika en Rusland voorkomen. Als het tot een oorlog was gekomen, had Nederland een niet geringe rol gespeeld. Een kort overzicht van de Cuba-crisis.
In 1959 wordt Fidel Castro na een bloederige revolutie premier van Cuba. Buurland Amerika erkent het
bewind in eerste instantie, maar de betrekkingen verslechteren snel. Castro begint Amerikaanse bedrijven te
onteigenen, wordt aanhanger van het communisme en gaat olie kopen van Rusland, waarmee Amerika op dat moment
de Koude Oorlog voert.
De ruzie bereikt zijn hoogtepunt met de Cuba-crisis van oktober 1962. Amerika, doodsbenauwd voor communisme,
eist de ontmanteling van een Russische raketbasis op Cuba en het stopzetten van de verscheping van militaire
goederen naar het eiland.
De VS hebben in die tijd op verschillende Europese luchtmachtbases kernwapens opgeslagen en dreigt die tegen
de Russen te gebruiken. Ook op de Nederlandse basis Volkel liggen bommen. De basis is tijdens de Cuba-crisis
in opperste staat van paraatheid en klaar om militaire doelen in de toenmalige DDR te bombarderen.
Uiteindelijk geeft Rusland gehoor aan de eis en verbreekt de banden met Cuba. Daarmee wordt ternauwernood een
kernoorlog voorkomen.
Hoewel ze hun oude politieke doel niet meer dienen, liggen tot op de dag van vandaag op verschillende
plaatsen in Europa nog kernwapens opgeslagen. Volgens sommigen ook in Nederland, maar dat is officieel nooit
bevestigd.