Dodelijke aanslag op Italianen blijft nagalmen

De zware klap die woensdag hethoofdkwartier van de Italiaanse troepen in Irak trof, bleef ook ruim een etmaal later in alle hevigheid nagalmen binnen en buitenIrak. Italië deed donderdag de eerste voorzichtige stappen in het rouwproces. Vlaggen hingen halfstok en mensen legden bloemen bijoorlogsmonumenten en politiebureaus in afwachting van een dag van officiële nationale rouw.

De Italiaanse oppositie eiste direct na de aanslag in Nasiriya - waardoor negentien Italianen het leven verloren - terugtrekking van de troepen uit Irak. Premier Berlusconi weigerde echter op een dergelijke manier "gehoor te geven aan intimidatie''. Donderdag maakte het Italiaanse kabinet nog eens duidelijk dat het niet van plan is troepen terug te halen uit Irak. Het stuurde zelfs versterkingen.

Vijftig Italiaanse carabinieri vertrokken dezelfde dag nog naar de Zuid-Iraakse stad Nasiriya. De groep maakt deel uit van de elite-eenheid Tuscania, die veelal wordt ingezet bij gewelddadige conflicten. Sommigen van de donderdag uitgezonden leden zijn onlangs teruggekomen uit Irak of Afghanistan.

De Japanse regering greep daarentegen de aanslag van woensdag, die zeker 27 levens eiste, aan om in verband met de verslechterende veiligheidssituatie in Irak voorlopig geen militairen naar het land te sturen. De regering-Koizumi was een warm voorstander van de oorlog om Saddam Hoessein te verdrijven en de daarop volgende bezetting van Irak. Ze had afgelopen zomer het groene licht gekregen van het parlement om duizend militairen naar de regio te sturen.

Buurland Zuid-Korea stuurt wel gewoon troepen naar Irak, zo maakte een woordvoerder van president Roh Moo-hyun donderdag bekend. Het staatshoofd wil echter niet meer dan 3000 militairen sturen terwijl Washington om meer dan 5000 had gevraagd voor de internationale stabilisatiemacht. Die multinationale troepenmacht zou de controle over Irak geleidelijk aan steeds meer over moeten nemen van Amerikaanse troepen, wier aanwezigheid de Iraakse bevolking steeds meer een doorn in het oog is.

De Amerikaanse bewindvoerder in Irak, Paul Bremer, gaat daarom in opdracht van president Bush de Iraakse regeringsraad meer bevoegdheden geven en de machtsoverdracht in het land versnellen. "Wij willen dat de Irakezen meer betrokken raken bij het bestuur van hun land'', aldus de president.

Bush wilde geen commentaar geven op berichten als zou hij na zijn spoedoverleg met Bremer zijn strategie ten opzichte van Irak hebben gewijzigd. De VS hebben steeds gezegd dat de door hen geleide coalitie de macht pas wil overdragen als het land een nieuwe grondwet heeft en als er democratische verkiezingen zijn geweest.

Nu zouden de Iraki's nog voor de zomer naar de stembus moeten om een overgangsregering te kiezen, die de macht kan overnemen. Dit zou plaats kunnen vinden nog voordat een nieuwe grondwet is opgesteld.

De ommezwaai in Washington is volgens hoge regeringsfunctionarissen bedoeld om het politieke klimaat in Irak te veranderen en de woede over de Amerikaanse inmenging tot bedaren te brengen. De maatregelen zouden ook het aantal aanslagen en de destabiliserende werking die daarvan uitgaat, moeten verminderen.

Onduidelijk blijft nog altijd wie er achter de recente reeks aanslagen zit. De Italiaanse minister van Defensie Antonio Martino, die donderdag de plaats des onheils bezocht, denkt dat achter de explosie in Nasiriya en de aanslagen van 11 september in de VS "dezelfde hand'' zit. Het terreurnetwerk al-Qaeda zou in de Zuid-Iraakse stad hebben samengewerkt met leden van de Fedayeen Saddam, milities van fanatieke aanhangers van Saddam Hoessein.

De Amerikaanse commandant in centraal-Irak, Swannack, vermoedt ook de hand van de verdreven dictator in de aanvallen. Opperbevelhebber Abizaid van de Amerikaanse troepen in Irak en de regio deelt die mening echter niet. De opstand is niet gebaseerd "op een groots plan van Saddam Hoessein'', aldus de generaal.

(Bron: ANP)