'Eerste ronde' Milosevic-proces na ruim 2 jaar afgesloten
18 feb 04
Na ruim twee jaar hopen de aanklagers donderdag de eerste fase van het Milosevic-proces voor het
Joegoslavië-Tribunaal af te sluiten. Dan zullen circa driehonderd getuigen zijn gehoord. Slobodan
Milosevic krijgt nu drie maanden pauze om zijn verdediging voor te bereiden. Vanaf 19 mei is de ex-president
van achtereenvolgens Servië en Joegoslavië aan de beurt zijn bewijsmiddelen te presenteren. Dat
ligt aan de sterk Angelsaksisch getinte procedure van het internationale Tribunaal
waarbij departijen achter elkaar hun 'case' (zaak) bepleiten.
Toen het Milosevic-proces op 12 februari 2002 begon, ging het in eerste instantie om Kosovo. In die Servische
provincie werden de etnische Albanezen blootgesteld aan geweld van de Servische politie en het Joegoslavische
leger. De zaak escaleerde tot de NAVO in 1999 intervenieerde en met wekenlange bombardementen de toelating
van de internationale troepenmacht KFOR in Kosovo afdwong.
In die eerste procesfase werd volgens menig waarnemer overtuigend bewijs geleverd van oorlogsmisdaden en
etnische vervolging. Over het geweld tegen etnisch Albanese burgers hebben zowel slachtoffers als Westerse
waarnemers getuigenissen afgelegd.
Zo zag bijvoorbeeld de Brit Lord Paddy Ashdown hoe het Joegoslavische leger met grof geschut vuurde op
burgerdoelen. Hij wees Milosevic in een gesprek zowel op die feiten als op de toepasbare regels van het
oorlogsrecht, en waarschuwde de toenmalige president van Joegoslavië: "U zult eindigen in Den
Haag!''
Deze episode kan leiden tot een klassieke veroordeling volgens het principe van de
'commandantenverantwoordelijkheid': Milosevic is als opperbevelhebber van het leger strafbaar als hij wist
van misdaden van ondergeschikten en niets deed om de schuldigen te straffen en nieuwe misdaden te
voorkomen.
Uitspraken als ware een veroordeling al zeker, kostten de Nederlandse strafpleiter prof. jhr. mr. M.
Wladimiroff trouwens zijn functie als 'amicus curiae' (vriend van het hof). De drie amici zijn door de
rechters aangezocht om mede zorg te dragen voor een eerlijk proces, aangezien Milosevic weigert een advocaat
in de arm te nemen voor zijn verdediging.
Het 'Kosovo-hoofdstuk' werd in september 2002 afgesloten. Daarna presenteerden de aanklagers hun bewijs over
oorlogsmisdaden die eerder in de jaren negentig (1991/95) zijn gepleegd in Kroatië en Bosnië.
Milosevic was toen nog president van buurland Servië, een deelrepubliek van het resterende
Klein-Joegoslavië. Dat er grootschalige misdaden zijn gepleegd in Kroatië en Bosnië, staat na
ruim een jaar bewijsvoering buiten kijf. Bij veel getuigenissen was echter volstrekt onduidelijk wat
Milosevic ermee te maken had.
Vooral bij het zwaarste punt van de aanklacht - genocide (volkenmoord) in Bosnië - zou het menig
waarnemer daarom niet verbazen als Milosevic wordt vrijgesproken. Om genocide te bewijzen, moet bij de
verdachte de intentie worden aangetoond om een bevolkingsgroep, zoals de Bosnische moslims, geheel of
gedeeltelijk te vernietigen.
Bij het meest spraakmakende voorbeeld van genocide in Bosnië - de tragedie van Srebrenica - is echter
Milosevic' betrokkenheid niet alleen niet aangetoond: Onlangs nog zei een van de getuigen van de aanklagers,
oud-VN-commandant generaal Morillon, dat Milosevic in de laatste fase van de oorlog al lang geen greep meer
had op de Bosnisch-Servische legerleider Mladic, die maar zijn gang ging.
Voor de minder zware misdaden uit de tenlastelegging over Bosnië en Kroatië zal de beoordeling mede
afhangen van het bewijs dat Milosevic vanaf 19 mei presenteert.
(Bron: Thomas Verfuss, ANP)