Hoofdverdachte moord Djindjic geeft zichzelf aan
3 mei 04
De hoofdverdachte van de moord op de Servische premier Zoran Djindjic heeft zich zondag vrijwillig gemeld bij
de politie in de Servische hoofdstad Belgrado. Dat heeft de Servische minister van Binnenlandse Zaken Dragan
Jocic gemeld. De naam van de hoofdverdachte is Milorad Lukovic, bijgenaamd Legija.
De 39-jarige Lukovic is het vermeende brein achter de moord op de Servische premier, die op 12 maart 2003 op
klaarlichte dag in Belgrado werd neergeschoten. Hij gaf zichzelf over buiten zijn huis in een buitenwijk van
de Servische hoofdstad. De verdachte was onder invloed van alcohol, aldus een hoge veiligheidschef.
Lukovic, die in de jaren tachtig diende in het Franse vreemdelingenlegioen, was leider van de inmiddels
ontbonden speciale politie-eenheid JSO. De organisatie was onder het bewind van de voormalige Joegoslavische
president Slobodan Milosevic verantwoordelijk voor talrijke moorden, ontvoeringen en oorlogsmisdaden. Na zijn
ontslag zou Lukovic samen met de Servische maffia de moord op Djindjic hebben gepland.
De premier was een van de leiders in de oppositiebeweging tegen Milosevic, die in 2000 werd afgezet en in
2001 voor het Joegoslavië-Tribunaal in Den Haag verscheen. Ook wilde Djindjic hard afrekenen met de
georganiseerde criminaliteit. In eerste reacties zeiden Servische politici te hopen dat niet alleen de
moordenaars maar ook de "aanstichters van de moord" bekend worden.
In het balkanland wordt gespeculeerd dat de opdrachtgevers van de moord uit de hoogste politieke kringen
zouden komen. Die aantijgingen worden onder meer gevoed doordat twee maffia-bazen die samen met Lukovic
achter de moord zouden zitten, onder verdachte omstandigheden door de politie zijn doodgeschoten.
De rechtszaak, die sinds februari loopt, heeft nog steeds geen duidelijk motief voor de moord opgeleverd. In
de zaak staan behalve Lukovic twaalf andere leden van criminele bendes terecht. Zes van hen zijn nog
voortvluchtig.
(Bron: ANP/DPA/AFP/Reuters)