Marinier Eric O. betrokken bij staatsgeheime operaties
14 jun 04
Marinier Eric O. is in het verleden ingezet bij staatsgeheime operaties. Als lid van de BBE, de Bijzondere
Bijstandseenheid van het Korps Mariniers, voerde hij antiterreuroperaties uit waarbij met instemming van de
regering dodelijk geweld gebruikt kon worden.
Dit militaire verleden van Eric O. is boven tafel gekomen door onderzoek dat de marechaussee uitvoert sinds
op 27 december vorig jaar een Irakees dodelijk gewond raakte door een waarschuwingsschot van de
sergeant-majoor. Bronnen rond het onderzoek hebben tegenover het ANP bevestigd dat Eric O. betrokken is
geweest bij staatsgeheime operaties.
Het NOS-Journaal kwam maandag met de onthullingen over Eric O. Het ministerie van Defensie heeft in een kort
geding maandag tevergeefs geprobeerd de uitzending van het Journaal tegen te houden. De voorzieningenrechter
in Den Haag gaf echter toestemming voor de uitzending. Wel moest de NOS zich onthouden van het geven van
details over het BBE-verleden van Eric O.
Het ministerie van Defensie wil niet reageren op de 'license-to-kill' operaties van speciale eenheden binnen
de krijgsmacht. Ook wil de woordvoerder niet ingaan op missies van de
Bijzondere Bijstands Eenheid van de mariniers. Wel bevestigt het ministerie dat het maandag een kort geding
heeft aangespannen tegen het NOS-Journaal.
Uit het militaire verleden van Eric O. blijkt ook dat de marinier, althans in de visie van de marechaussee,
"laagdrempelig" is geweest bij de inzet van geweld. Bovendien zou hij zich in zeker één geval
"nogal nuchter" hebben uitgelaten over het slachtoffer, aldus onderzoek van de marechaussee.
De conclusies over O.'s militaire verleden zijn opmerkelijk omdat dossiers over staatsgeheime operaties
normaal gesproken binnen zes maanden worden vernietigd. O.'s 'laagdrempeligheid' kan dus in het onderzoek
alleen naar voren zijn gekomen uit de herinneringen van eerdere marechaussee-onderzoekers, oud-collega's of
directe meerdere van de sergeant-majoor.
G.J. Knoops, advocaat van Eric O., wilde maandag niet ingaan op de publicaties over het militaire verleden
van zijn cliënt. Wel benadrukte hij dat voor zover hem bekend over de vermeende 'laagdrempeligheid' van
O. niets in diens strafdossier staat.
Bronnen bij Defensie stellen dat wat de marechaussee interpreteert als laagdrempeligheid, even zo goed als
"professionaliteit" kan worden gekenschetst. O. is voor zijn acties in het verleden nooit veroordeeld. Wel is
hij daarvoor meerdere keren onderscheiden door de minister van Defensie.
De SP wil dinsdag in de Tweede Kamer van minister Kamp weten wat er waar is over de "dodelijke missies" en
staatsgeheime operaties.
Eric O. wordt sinds oudjaarsdag verdacht van het doodschieten van een Irakees op 27 december. Waarschijnlijk
als gevolg van een waarschuwingsschot van de marinier, raakte een Irakese plunderaar dodelijk gewond.
Volgens getuigenissen van mede-mariniers was er geen reden voor een waarschuwingsschot. Collega-mariniers
hebben volgens het OM verklaard dat de situatie, niet als bedreigend was ervaren. Daarom had hij volgens de
geweldsinstructie niet mogen schieten. Amerikaanse militairen die in de buurt waren, hebben zelfs "verbaasd
gereageerd", op het schieten.
Justitie liet de marinier na enkele dagen aanhouden en haalde hem op oudjaarsdag terug naar Nederland op
verdenking van moord, doodslag, dan wel dood door schuld. Deze snelle en zware beschuldiging is bij Defensie
in het verkeerde keelgat geschoten. De rechter-commissaris in Arnhem liet O. na een week vrij uit
voorarrest.
(Bron: ANP)