Olie voornaamste doelwit Iraakse opstandelingen
16 jun 04
Iraakse opstandelingen lijken steeds vaker de oliesector in het land te kiezen als doelwit om zo Irak
financieel zo hard mogelijk te treffen. Maandag en dinsdag pleegden rebellen op twee plaatsen aanslagen op
belangrijke oliepijpleidingen en richtten veel schade aan aan het netwerk.
Woensdagmorgen vond ook de veiligheidschef voor het Iraakse oliewezen in Noord-Irak de dood door een
moordaanslag. Onbekende gewapende mannen doorzeefden Ghazi Talabani met kogels voor zijn huis in Kirkuk. "Hij
was op slag dood", zo maakte de politiechef van de Noord-Iraakse stad bekend. Een van de lijfwachten van de
veiligheidsman van de Northern Oil Company (NOC) raakte zwaargewond door de aanslag.
Talabani, een familielid van de invloedrijke Koerdische leider Jalal Talabani, vormde een belangrijke schakel
tussen de Amerikaanse troepen in Irak, de NOC en de beveiligingsfirma Erinys in hun poging de olievelden in
het noorden te beschermen. De beveiliging van olieinstallaties heeft tot nog toe weinig succes gehad.
Sinds 1 juni hebben opstandelingen minstens vijf aanslagen gepleegd op het netwerk van oliepijpleidingen in
Irak. Maandag en dinsdag troffen explosies in het zuiden van het land de belangrijkste verbinding naar de
olieterminal van Basra. De explosie sneed de toevoer van het 'zwarte goud' af naar de overslagplaats Faw. De
exportcapaciteit van Irak is volgens experts door de aanslag met tweederde afgenomen van 1,7 miljoen naar
500.000 vaten per dag.
Het kan een dag of tien gaan duren voordat de olie weer door de leidingen stroomt, meldt de BBC. De Iraakse
interim-premier Iyad Allawi schat dat de herhaaldelijke aanvallen op het netwerk van oliepijpleidingen het
land al "meer dan 200 miljoen dollar aan inkomsten heeft gekost", zo citeerde de omroep hem.
De olie-export vanuit de noordelijke Iraakse velden via de Turkse havenstad Ceyhan kampt al langer met grote
problemen. Door herhaaldelijke sabotage heeft de oliestroom sinds het einde van de oorlog ruim een jaar
geleden vrijwel continu stilgelegen. Dinsdagavond deed zich weer een explosie voor tussen Dibis en een
pompstation bij Kirkuk. Volgens ooggetuigen staat de pijpleiding nog steeds in brand.
Irak is voor zijn inkomsten voor 90 procent afhankelijk van de export van ruwe olie. Om die veilig te
stellen, is een veiligheidsmacht van 14.000 man in het leven geroepen om de infrastructuur te beschermen. Die
inspanningen zijn tot nog toe grotendeels vruchteloos gebleken. De belofte van de nieuw aangestelde minister
van Olie, Thamir Ghadbhan, om voor de souvereiniteitsoverdracht op 30 juni twee miljoen vaten per dag te
exporteren, is door de jongste aanslagen onhaalbaar geworden.
Opstandelingen willen met hun aanvallen op olieinstallaties en aanslagen op politici en andere hooggeplaatste
functionarissen de wederopbouw van Irak ernstige schade toebrengen. Bij de vele aanslagen komen echter
voornamelijk gewone burgers om het leven.
Een groep die wordt geleid door Abu Musab al-Zarqawi eiste dinsdag de verantwoordelijkheid op voor de
zelfmoordaanslag in Bagdad die maandag dertien mensen, voornamelijk burgers, het leven koste. Washington
beschouwt de Jordaniër Al-Zarqawi als de leider van al-Qaeda in Irak. Amerikaanse militairen die
binnenkort zullen worden geleid door generaal Casey - de dinsdag gepresenteerde opvolger van generaal Sanchez
als bevelhebber in Irak - maken naarstig jacht op de terroristenleider.
(Bron: ANP)