Toch twee moslims veroordeeld voor terrorisme
22 jun 04
Het gerechtshof in Den Haag heeft maandag twee moslimmannen veroordeeld tot zes en vier jaar gevangenisstraf
voor deelname aan een internationale criminele organisatie die een bomaanslag in Parijs wilde plegen. Het is
voor het eerst dat moslimextremisten in Nederland voor betrokkenheid bij terrorisme zijn bestraft.
Het gaat respectievelijk om de 29-jarige J.C. en de Algerijn A.R.. C. en R. worden door justitie rechtstreeks
in verband gebracht met een voorgenomen aanslag op de Amerikaanse ambassade in Parijs, georganiseerd door het
terreurnetwerk al-Qaeda van Osama bin Laden.
De uitspraak van het hof is opvallend, omdat de rechtbank in Rotterdam deze verdachten in december 2002 nog
vrijsprak. Dat gebeurde, aangezien het Openbaar Ministerie (OM) hen aanhield en huiszoeking bij hen deed,
louter op informatie van de toenmalige BVD, nu de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD). Deze
handelwijze was volgens de Rotterdamse rechters onrechtmatig. De aanklagende instantie had eerst zelf
onderzoek moeten doen voordat zij tot aanhouding overging, vond de rechtbank.
Het hof in Den Haag is het daar niet mee eens. Justitie mag wel degelijk op basis van BVD-informatie
vermeende terroristen aanhouden en hun woningen doorzoeken. Alleen als de BVD buiten haar boekje zou zijn
gegaan bij het vergaren van informatie had dat negatieve gevolgen voor de strafzaak kunnen hebben. Dat de
toenmalige BVD onrechtmatig zou hebben gehandeld, is niet gebleken, menen de raadsheren. In Nederland zijn er
in de visie van het hof in principe andere instanties dan rechters die de AIVD moeten controleren.
Het omstreden vonnis uit Rotterdam zette de bestrijding van terrorisme in Nederland onder druk, erkende
minister Donner van Justitie na de uitspraak van de rechtbank in Rotterdam in 2002. De bewindsman toonde zich
maandag dan ook tevreden over de uitspraak van het hof. Die is volgens hem een steun voor de nieuwe wet die
het gebruik van AIVD-informatie in de rechtzaal moet regelen.
Het kabinet heeft die wet al goedgekeurd. Aanleiding om die te maken was de vrijspraak van de verdachten in
deze zaak in eerste aanleg. Donner reageerde daarop met het wetsvoorstel om te voorkomen dat verdachten van
terrorisme in de toekomst om diezelfde reden nog eens zouden worden vrijgesproken.
Het wetsvoorstel regelt onder meer dat de rechter-commissaris de juistheid van de AIVD-informatie toetst en
dat getuigen zoals bijvoorbeeld AIVD-agenten, anoniem gehoord kunnen worden.
Persadvocaat-generaal B. Edelhauser ziet nog een ander belangrijke effect van de uitspraak van het hof. "Dit
is een goed signaal naar buiten, naar terroristen die denken vanuit Nederland te kunnen opereren, omdat ze
moeilijk te vervolgen zijn. Dit heeft een preventieve werking", meent ze. Ook is het volgens haar heel
belangrijk dat het hof vindt dat AIVD-informatie gebruikt mag worden om snel dwangmiddelen in te zetten als
dat nodig is, zoals het aanhouden van vermoedelijke terroristen.
C. en R. ondersteunden direct de cel die werd ingezet om door middel van een zelfgemaakte bom de Amerikaanse
ambassade in Parijs op te blazen. C. had veel contacten met onder anderen N. Trabelsi die de zelfmoordaanslag
had moeten plegen. Trabelsi is hiervoor in België tot tien jaar cel veroordeeld.
C. en R. genereerden met drie overige verdachten geld voor het voorbereiden en uitvoeren van aanslagen. Ze
verdienden grote sommen geld met de fraude met creditcards en het verkopen van valse merkkleding. Ook
handelden ze in valse identiteitsdocumenten. Die zouden ook van pas komen bij het plegen van de
aanslag.
De advocate van C., I. Saey, ging direct na de uitspraak in cassatie bij de Hoge Raad. "Het hof gaf zelf toe
dat er geen bewijs was voor het meehelpen aan het voorbereiden van de aanslag. Van die aanklacht werd mijn
cliënt dan ook vrijgesproken. Hoe kun je dan wel lid zijn van een criminele organisatie met dit oogmerk
en zo'n zware straf krijgen", vroeg ze zich af. Dat C. toch veroordeeld is, heeft volgens haar met politieke
druk te maken.
C. en R. zitten sinds ze werden vrijgsproken op onbekende bestemming in het buitenland. Dat vindt het hof een
onwenselijke situatie. Het rechtscollege beval het OM daarom ook de gevangenneming van C. en R. "Er bestaat
gevaar voor herhaling."
Dit terrorismeproces krijgt dus nog een vervolg bij de Hoge Raad. Die zal met name een finaal oordeel moeten
vellen het gebruik van de BVD-informatie.
(Bron: ANP)