Karremans getuigt over Srebrenica
24 jun 04
De voormalige bevelhebber van de blauwhelmen in het Oost-Bosnische Srebrenica, Dutchbatcommandant Thom
Karremans, heeft donderdag getuigd voor het Joegoslavië-Tribunaal.
Advocaat Karnavas, raadsman van een van de beklaagden over de massamoorden rond Srebrenica in juli 1995,
heeft Karremans ondervraagd over de taken van Dutchbat. Verder wilde hij weten wat de troepen redelijkerwijs
konden bereiken in deze enclave, die de Verenigde Naties tot veilig gebied hadden uitgeroepen.
De getuigenissen gingen aanvankelijk vooral over het falen van de VN om de moslimenclave te demilitariseren.
Dat was volgens Karremans een uiterst moeilijke opgave, omdat de streek geen 'Nederlandse polder' is, maar
juist veel schuilplaatsen biedt. Bovendien hinderde het beperkte mandaat de blauwhelmen bijvoorbeeld om
huiszoekingen te doen.
Karnavas leek vooral te willen belichten dat de VN en dus ook Dutchbat uiterst terughouden waren om iets te
ondernemen tegen de activiteiten van de moslimstrijdkrachten in Srebrenica. Karremans ontweek veel vragen
over die activiteiten. Hij antwoordde bijvoorbeeld 'nee' toen Karnavas hem vroeg of hij toen wist dat moslims
gruwelen begingen vanuit de enclave in Servisch gebied. De advocaat vond dat erg onwaarschijnlijk en vroeg
vervolgens verbaasd of hij er dan niets over had gehoord? Karremans antwoordde dat hij alleen over feiten en
getallen uitspraken kon doen en niet over wat hij had gehoord.
De observatieposten van Dutchbat rapporteerden wel dat moslimstrijders 's nachts de enclave uitgingen en
dezelfde nacht terugkeerden, maar wat ze elders uitspookten, kon hij niet vaststellen, aldus Karremans. Hij
leek met zijn terughoudendheid bij het antwoorden de indruk te hebben dat hij geen getuige was, maar zelf
beklaagde. Die indruk werd mogelijk versterkt door de vraagstelling.
Karnavas nam zijn eigen getuige, Karremans, flink onder vuur over diens ontwijkende antwoorden en vele
ontkenningen. Tot de stof die daarbij nuttig bleek, behoorde het regeringsrapport over Srebrenica van het
NIOD uit 2002. Daaruit citeerde de raadsman rijkelijk over gebeurtenissen waar Karremans kennelijk niets of
niets meer over wist.
Ook bleek Karremans voor hetzelfde tribunaal in 1996 stelliger dan donderdag. Karremans zei bijvoorbeeld
alleen dat de voormalige Bosnisch Servische bevelhebber Mladic een erg vaag antwoord gaf toen hij hem
destijds vroeg of hij Srebrenica met rust zou hebben gelaten indien de enclave inderdaad was
gedemilitariseerd. In 1996 verklaarde Karremans dat Mladic dezelfde vraag gewoon met 'ja''
beantwoordde.
Een van de aanklagers van de beklaagde Bosnische Servische officier Blagojevic in deze zaak, Peter McCloskey,
wees er aan het slot van de zitting op dat Karremans onbehoorlijk wordt behandeld. Karnavas zou hem door het
slijk halen.
McCloskey, zoals meestal geïrriteerd over Karnavas' aanpak, zei dat Karremans wordt ondervraagd als een
beklaagde of een getuige van de aanklagers. Het toppunt van waanzin vond McCloskey de terloopse suggestie van
Karnavas dat Dutchbat medeplichtig zou kunnen zijn aan oorlogsmisdaden, door in de enclave voedsel af te
staan aan dood en verderf zaaiende moslimstrijders.
Rechter Liu Daqun viel hem bij. De juristen moeten volgens hem respect tonen voor de getuige en rekening
houden met de gastheer van het tribunaal (Nederland). Daqun had eerder al gewaarschuwd Karremans voorzichtig
te behandelen. Naar het zich laat aanzien wordt het verhoor vrijdag onverminderd fel voortgezet.
(Bron: ANP)