Kamerleden LPF breken met de partij

De fractie van de LPF is dinsdag uit de partij gestapt. Lieten de LPF-Kamerleden maandag al weten geen vertrouwen meer te hebben in het partijbestuur, dinsdag zegden ze alle acht hun lidmaatschap op. De Tweede-Kamerfractie van de Lijst Pim Fortuyn wil nog voor het einde van het jaar een nieuwe partij oprichten.

Het partijbestuur eiste direct dat de fractie haar naam wijzigt en stapt daarvoor mogelijk naar de rechter. Terwijl de pers in Den Haag voor de deur lag, zocht de LPF-fractie de rust van een hotel in Alphen aan den Rijn om deze rigoureuze stap te zetten, zoals Kamerlid Nawijn het uitdrukte. Fractievoorzitter Herben sprak van een pijnlijke beslissing, maar liet het woord verder grotendeels aan Nawijn, die deze zomer als toegevoegd bestuurslid de strubbelingen van nabij meemaakte.

De opdracht van het hoofdbestuur was om voor het eind van dit jaar een einde te maken aan de financiële problemen van de partij. Niet alleen had onder anderen vastgoedmagnaat E. Maas ongeveer twee miljoen euro aan leningen verstrekt, ook was er een fors kastekort en lagen er schulden aan onder anderen de accountant, de verhuurder van het partijkantoor en het pr-bureau van bij elkaar een paar ton.

Nawijn merkte als waakhond van de fractie echter dat er met het bestuur niet te werken viel. De bestuursleden werkten achter zijn rug om, hielden zich niet aan afspraken en stelden de fractie voor voldongen feiten, aldus het Kamerlid. "We hadden geen enkel vertrouwen meer in het hoofdbestuur", zei Nawijn. De chaos en onrust maakten het volgens hem onmogelijk om nog als Kamerfractie binnen de partij verder te gaan.

De spanning liep weer op, toen de rechter vorige week een streep haalde door het voornemen om na een faillissement een doorstart te maken onder een nieuwe naam. Drie van de vijf bestuursleden, onder wie voorzitter Fabius, hielden het voor gezien. De gewezen voorzitter overhandigde een deel van de partij-administratie aan de politie wegens mogelijke fraude.

Nawijn zei dinsdag dat hij zich ervan had vergewist voldoende steun te hebben onder de achterban. Een nieuwe partij mag geen probleem zijn, schat hij. Kamerlid Van As gaat met een commissie van wijze mannen bekijken hoe die partij eruit moet gaan zien. "Arm en onafhankelijk" in ieder geval, zegt Nawijn, zonder grote geldschieters en met een hoge drempel voor querulanten.

Het kamp van het oude bestuur liet bij monde van directeur van het partijbureau Both weten niet voor de Kamerfractie te willen wijken. "Wij trekken bij de volgende verkiezingen meer stemmen dan Herben, Eerdmans en Nawijn." Partijvoorzitter J. Belder meent dat het merendeel van de partij juist achter het bestuur staat. Hij stelde dinsdagavond dat de breuk een vooropgezet plan is, waarbij met name Nawijn en zijn medewerker B. Bakker een kwalijke rol hebben gespeeld.

Belder eist dat de fractie doorgaat onder een andere naam, bijvoorbeeld de fractie-Herben, zo suggereerde hij. Ook wil het bestuur dat de fractieleden alsnog geld storten in de partijkas om tegemoet te komen in de kosten die zijn gemaakt voor de verkiezingen. In hoeverre de politieke partij LPF nog aanspraak kan maken op subsidies, is nog de vraag. De rijksbijdrage hangt samen met de grootte van de Kamerfractie. Die heeft de partij sinds dinsdag dus niet meer.

De Kamerfractie LPF mag volgens de regels de naam blijven voeren in deze Kamerperiode. Ook behouden de acht fractieleden hun vergoeding en krijgt de fractie nog overheidsgeld om haar medewerkers te kunnen betalen. De reacties van collega's van andere partijen waren hartverwarmend, zei Herben na een Kamerdebat over Irak. Zijn collega-fractievoorzitters stelden net als Kamervoorzitter Weisglas dat zij de perikelen bij de LPF als een interne partijkwestie zien en wilden niet tegenover de pers reageren.

Advocaat Hammerstein, die zich samen met vastgoedondernemer Maas inzette voor de LPF, verwacht dat met de breuk het lot van de partij bezegeld is. De partij kan niet zonder de Kamerfractie en de fractie zal bij volgende verkiezingen verdwijnen uit de Tweede Kamer, luidt zijn analyse. Maas, die kapitalen in de partij stak, vindt het besluit van de fractie "in- en intriest".

Hammerstein wijst Marten Fortuyn, broer van oprichter Pim, aan als een van de elementen die voortdurend binnen de partij zaten te stoken. Marten en zijn broer Simon zegden al bijna een jaar geleden hun lidmaatschap op. Marten Fortuyn wijst de beschuldiging van de hand. Hij wil niets meer met politieke verenigingen of fracties te maken hebben. "Ik wil alleen nog maar in zee met de maatschappelijke beweging van de Fortuynisten", aldus de broer van de vermoorde politicus.

(Bron: ANP)