Bush volhardt in Irak-missie na 1000 Amerikaanse doden
8 sep 04
De meer dan duizend Amerikaanse militairen die inmiddels in Irak zijn omgekomen, zijn voor president Bush
juist reden om te volharden in zijn missie in het Arabische land. Ondertussen neemt het geweld in Irak toe en
lijkt de spiraal onomkeerbaar.
"We zijn dankbaar voor de opofferingen van deze mannen en vrouwen in uniform. We zullen ze eren door onze
missie te voltooien", zei Bush in Washington. Veruit de meeste doden zijn gevallen na 1 mei 2003, de dag
waarop Bush vanaf een vliegdekschip het einde van de belangrijkste gevechtshandelingen aankondigde, onder een
groot spandoek met daarop de tekst 'Missie voltooid'.
Een van de brandhaarden van het verzet tegen de Amerikanen en hun bondgenoten is Fallujah, waar de afgelopen
dagen bij zware gevechten honderden doden vielen. De soennitische stad werd woensdag opnieuw door Amerikaanse
vliegtuigen bestookt. Radicale Irakezen ontvoerden woensdag de vice-gouverneur van de provincie Anbar uit
zijn huis in Fallujah.
In het sjiitische stadsdeel Sadr City van de Iraakse hoofdstad Bagdad, een andere grote verzetshaard, kwam
woensdag een Amerikaanse militair om, toen een bom ontplofte. Twee andere soldaten raakten gewond, aldus het
Amerikaanse leger. Bij gevechten kwamen in deze wijk de afgelopen dagen tientallen Irakezen om.
Het afgelopen etmaal zijn in Irak drie buitenlandse vrachtwagenchauffeurs gedood toen hun door Amerikanen
beschermde konvooi onder vuur werd genomen door opstandelingen. De incidenten hadden plaats ten noorden van
Bagdad, aldus de Iraakse politie woensdag.
Intussen bereiden de meeste buitenlandse hulporganisaties in Irak zich voor op een vertrek uit dat land na de
ontvoering van twee Italiaanse hulpverleners in Bagdad. Dat zei een coördinator voor activiteiten van
non-gouvernementele organisaties (ngo's) in Irak woensdag tegen het Franse persbureau AFP.
"Het lijkt er na overleg deze morgen op dat de meeste buitenlandse ngo's zich opmaken om het land te verlaten
en sommige buitenlanders zijn deze ochtend zelfs al vertrokken", zei Jean-Dominique Bunel." De anderen
doen de komende dagen waarschijnlijk hetzelfde.
Volgens Bunel zijn ongeveer vijftig ngo's actief in Irak. Een groep gewapende mannen ontvoerde dinsdagmiddag
uit een rustige wijk in het centrum van Bagdad de Italiaanse hulpverleensters Simona Pari en Simona Torretta
van de organisatie Un ponte per Baghdad (een brug naar Bagdad). Ook twee Iraakse hulpverleners moesten mee
met de mannen.
Een islamitische groepering die zich 'Ansar al-Zawahiri' noemt, heeft woensdag de verantwoordelijkheid voor
de ontvoering van de twee Italiaanse medewerksters opgeëist. Zij deed dat in een boodschap die op een
islamitische website is geplaatst. Of de naam van de groep verwijst naar Ayman al-Zawahri, de Egyptische
rechterhand van al-Qaeda-leider Osama bin Laden, is niet bekend.
De ontvoering van Pari en Torretta is volgens de boodschap " de eerste van onze aanslagen op Italië". De
actie is bedoeld als wraak op de Italiaanse premier Berlusconi en "het criminele
Italiaanse kruisvaardersvolk" omdat Italië "moslimgebied heeft bezet en moslims heeft vermoord".
Italië heeft ruim 2700 militairen in Irak gestationeerd en weigert die terug te trekken.
Of de boodschap inderdaad van de ontvoerders van de twee vrouwen en de twee Irakezen afkomstig is, is niet
duidelijk. Sommige Italiaanse islamdeskundigen trekken de authenticiteit in twijfel.
Intussen ontkennen de ontvoerders van twee Franse journalisten in Irak op een internetpagina dat zij losgeld
hebben geëist voor hun gijzelaars. De ontvoerders van Christian Chesnot en Georges Malbrunot noemen zich
het Islamitische Leger van Irak. Dat zou de afzender zijn van de verklaring die weerspreekt dat de
ontvoerders 5 miljoen dollar hebben geëist in ruil voor de vrijlating van de journalisten.
(Bron: ANP/Reuters/AFP)
(Bron: ANP/Reuters/AFP)