Minister pakt graaiende ambtenaren harder aan
14 sep 04
Een motie van wantrouwen tegen minister Van der Hoeven van Onderwijs hield de oppositie in de Tweede Kamer
dinsdag nog net in de achterzak. De minister bleek nog genoeg kaarten in de mouw te hebben om de Kamer
voorlopig koest te houden. Dat bleek tijdens het spoeddebat over topambtenaren van het ministerie van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap die zichzelf allerlei douceurtjes toeschuiven.
De landsadvocaat gaat voor de minister uitzoeken wat er terug valt te halen bij topambtenaren die zich zelf
hebben verrijkt door creatief met de regels om te gaan. Ook zoekt de landsadvocaat uit of de minister nog
naar de rechter moet stappen. De tweede troefkaart die Van der Hoeven uitspeelde, was de aankondiging dat
sjoemelende topambtenaren disciplinaire maatregelen tegemoet kunnen zien.
De bui die Van der Hoeven in de hoek van de oppositie zag hangen, barstte ook in volle hevigheid los. "Ze
bedekt de top van haar ministerie met de mantel der liefde. Welk gezag heeft een minister nog onder wier neus
zich dit alles afspeelt?" zo verwoordde GroenLinks-Kamerlid Azough de stellige indruk van de oppositie dat de
minister haar ambtenaren niet meer in de hand heeft.
Maar ook de regeringspartijen wilden wel eens weten in hoeverre Van der Hoeven op de hoogte was van
ambtenaren die zichzelf en elkaar rijk aan het rekenen waren. "Al met al levert dit een stuitend beeld op van
een foute mentaliteit binnen de top van het departement", zei Tweede-Kamerlid Lambrechts. Sommige regelingen
en bonussen waren een zaak van haar hoogste ambtenaar, zei de minister. "Je moet op de secretaris-generaal
kunnen vertrouwen." Pas toen ze er achteraf van hoorde dat deze buitensporig waren, draaide ze deze terug.
Dat Van der Hoeven haar huidige secretaris-generaal Van der Steenhoven toch niet helemaal uit het oog kan
verliezen, bleek vorige week toen hij in een radio-interview zei ambtenaren buiten de regels nog wel wat
extra's toe te willen schuiven om topkrachten binnen te kunnen halen. De Tweede Kamer nam dit hoog op en
diepte zelfs een oud krantenartikel op waaruit bleek dat Van der Steenhoven begin jaren negentig in een
topfunctie bij het toenmalige ministerie van WVC hier al net zo lichtvaardig over sprak.
Na enige aandrang gaf de minister toe dat de woorden van Van der Steenhoven in het gewraakte radio-interview
"ongelukkig" waren geweest. Wel zei ze nogmaals dat OCW er last van had gehad dat ambtenaren bij andere
ministeries te veel verdienden. Daardoor had OCW naar extra ruimte moeten zoeken om ze toch over te kunnen
halen op dit ministerie aan de slag te gaan.
Ze kondigde aan dat het kabinet nog zou komen met maatregelen die de salarissen bij de ministeries meer op
elkaar moeten afstemmen. "Op OCW zijn dingen gebeurd, die niet mochten gebeuren", erkende de minister
ruiterlijk, maar ze wilde de Kamer niet bijvallen in de morele verontwaardiging die daar klonk. En het viel
ook nog wel een beetje mee, want op het bedrag van 1,4 miljoen euro dat de Algemene Rekenkamer aan geknoei
had becijferd, viel nog wel een paar ton af te dingen.
Een aantal zaken die voor de rekenkamer aanleiding waren om salarissen als onrechtmatig te bestempelen, zoals
het ontbreken van een Koninklijk Besluit, hadden helemaal geen extra geld gekost. Ondanks Van der Hoevens
toezeggingen bleef de toon in de Kamer scherp. Zelfs haar belofte dat ze oorlog gaat voeren tegen ingesleten
patronen op haar departement, maakte nauwelijks indruk.
De PvdA gaf de minister een laatste waarschuwing: nog eenmaal zo'n affaire en de motie van wantrouwen zou ook
daadwerkelijk op tafel komen. Of zoals LPF-Kamerlid Kraneveldt het uitdrukte: "Uw antwoorden zijn zwaar
onvoldoende. U bent er nog niet."
(Bron: ANP)