Mladic: Geef vrede een kans

Vrede in Bosnië-Herzegovina was niet mogelijk geweest met de "Turkse lappendeken" van moslimenclaves zoals Srebrenica en Zepa in het oosten van Bosnië, dat voor de rest door Serviërs werd gedomineerd. Daarom moest de enclave Srebrenica worden afgeschaft om de "vrede een kans te geven".

Dat heeft Mladic in 1996 gezegd tegen de Duitse onderzoeksjournalist Franz-Josef Hutsch, zo getuigde deze woensdagochtend tijdens het Milosevic-proces voor het Joegoslavië-Tribunaal.

'Turk' wordt door Bosnische Serviërs gebruikt als scheldwoord voor Bosnische moslims. Serviërs zijn nog steeds verbolgen over de eeuwenlange overheersing door het Ottomaanse Rijk, die de islam naar ex-Joegoslavië bracht.

Mladic heeft verhalen over oorlogsmisdaden en massale executies afgedaan als 'sprookjes', aldus Hutsch. Er zijn bij de slag om Srebrenica in 1995 aan beide kanten doden gevallen en dat behoort tot het 'risico' van het soldatenbestaan, aldus Mladic volgens Hutsch.

De Bosnische Serviërs veroverden Srebrenica in juli 1995, met een volkenmoord onder duizenden moslims als gevolg. Later dat jaar werd in Dayton een vredesakkoord bereikt voor Bosnië. Volgens 'Dayton' mochten de Serviërs Srebrenica houden.

Mladic was 'geamuseerd' over de suggestie dat de Bosnische Serviërs de Srebrenica-operatie niet hadden kunnen uitvoeren zonder logistieke steun vanuit Belgrado met bijvoorbeeld brandstof. De Bosnische Serviërs waren best in staat "goed voor zichzelf te zorgen", aldus Mladic volgens Hutsch.

Dinsdag al had Hutsch gezegd dat Mladic hem had verteld dat hij geen bevelen uit Belgrado heeft gekregen inzake de Srebrenica-operatie. Hutsch is de vierde getuige á decharge in het Milosevic-proces. De ex-president van Servië is onder meer aangeklaagd wegens genocide na de val van Srebrenica.

(Bron: ANP)