Verdonk komt met integratiekaart voor migranten
15 okt 04
In Nederland bestaan grote sociale verschillen tussen de groepen migranten naar herkomstlanden. Dat blijkt
uit de eerste resultaten van de 'integratiekaart' die minister Verdonk van Vreemdelingenzaken en Integratie
heeft laten ontwikkelen.
Zo hebben Turken en Marokkanen minder vaak werk en zijn vaker afhankelijk van een uitkering dan Surinamers en
Antillianen. Ook Ghanezen en Kaapverdianen hebben relatief vaker werk dan Somaliërs, Irakezen en
Afghanen. Chinezen en Egyptenaren kiezen vaker voor een eigen onderneming.
Het kabinet stemde vrijdag in met de methodiek. Het nieuwe meetinstrument moet inzicht bieden in de sociale
participatie en integratie van migranten in Nederland. Ook moet de kaart duidelijk maken in hoeverre het
toekomstige beleid effect heeft op de integratie in de samenleving.
Als ijkpunten gelden de prestaties in het onderwijs, werk en uitkeringen en de contacten tussen etnische
minderheden en de autochtone bevolking. Dat werd al enigszins bijgehouden voor de grote groepen allochtonen
uit Turkije, Marokko, Suriname en de Nederlandse Antillen. Maar nu worden ook kleinere groepen minderheden
uit veel andere herkomstlanden daarin betrokken. Ook worden nieuwkomers in de tijd gevolgd.
Uit de integratiekaart blijkt verder dat de afgelopen jaren meer allochtone leerlingen een diploma haalden in
het voortgezet onderwijs. Desondanks is hun aandeel nog altijd lager dan het aandeel geslaagde autochtone
leerlingen. Chinese en Ethiopische leerlingen doen het opvallend goed op school.
(Bron: ANP)