Paradijselijke eilanden veranderen in hel op aarde
27 dec 04
Wat voor talrijke toeristen in het zuiden van Azië een zonovergoten tweede kerstdag had moeten worden,
is door een zeebeving voor de kust van het Indonesische eiland Sumatra veranderd in een nachtmerrie voor
miljoenen. Vloedgolven als gevolg van de beving sleurden bijna 25.000 mensen de dood in, blijkt uit
voorlopige schattingen van maandag.
Tsunami's van soms wel 14 meter hoog zaaiden zondagochtend midden in het toeristisch hoogseizoen dood en
verderf op stranden in Sri Lanka, India, Indonesië, Thailand, Maleisië, de Maldiven en op vele
andere plaatsen rond de Indische Oceaan. Een dag na de ramp beginnen de verschrikkelijke gevolgen enigszins
duidelijk te worden.
Sri Lanka lijkt het zwaarst getroffen met volgens de jongste schattingen 11.000 doden. India heeft meer dan
6000 doden te betreuren. In Indonesië en Thailand vielen volgens schattingen respectievelijk bijna 5000
en bijna duizend doden. Veel mensen worden nog vermist.
Met een allesvernietigende kracht kwamen muren van water uit het niets opzetten om zonaanbidders en vooral de
lokale bevolking van talrijke toeristische trekpleisters te verrassen. Honderden toeristen in Thailand en op
Sri Lanka vonden de dood toen de paradijselijke stranden veranderden in een hel op aarde.
De lichamen van de talrijke doden worden door reddingswerkers en de lokale bevolking zo goed en kwaad als het
kan verzameld en ondergebracht in provisorische mortuaria die vaak niet meer zijn dan een gammel afdakje.
Vooral ouderen en kinderen lijken het slachtoffer te zijn geworden van de gevolgen van de zeebeving met een
kracht van 9,0 op de schaal van Richter, de zwaarste aardbeving in veertig jaar.
Honderden levenloze lichamen en een enorme verwoesting vormen het beeld van de hoofdstad van de Indonesische
provincie Atjeh. Bebloede stoffelijke resten gewikkeld in plastic liggen op het terrein van het Indonesische
Rode Kruis in Lambaro in een noordelijke buitenwijk van Banda Atjeh. Kinderlijken worden in witte plastic
viskratten bewaard, geweeklaag van ouders is overal te horen, zeggen ooggetuigen.
De stank hangt als een doordringende en niet weg te vegen herinnering in het rampgebied. "Het ruikt hier zo
erg. De menselijke lichamen zijn vermengd met doden dieren zoals honden, vissen, katten en geiten", aldus een
kolonel van de Indonesische marine in Atjeh.
Duizenden kilometers verderop in Karapitiya niet ver van de Srilankaanse havenstad Galle met zijn historische
fort, is de situatie niet veel anders. De stoffelijke overschotten van honderden mensen die werden verrast
door de 9 meter hoge vloedgolven liggen opgestapeld bij een ziekenhuis. Nabestaanden klimmen over de berg en
proberen zich zo goed mogelijk met T-shirts en zakdoeken te wapenen tegen de onwelriekende geur die overal
lijkt te hangen.
In het Indiase Madras en het Thaise Phuket en de omringende eilanden is de chaos eveneens compleet. Hutten
van vissers en veel andere gebouwen zijn verwoest, restaurantjes liggen in puin, stalletjes met koopwaar zijn
volledig verdwenen. Vissersboten liggen gekanteld op het strand of op strandwegen, van auto's en complete
autobussen rest niet veel meer dan verwrongen stukken metaal. Vele duizenden mensen worden nog vermist.
Duizenden mensen die het er wel levend van hebben afgebracht, hebben verwondingen opgelopen.
Internationale hulporganisaties proberen met man en macht zoveel mogelijk mensen, materieel en noodhulp naar
de getroffen gebieden te sturen. "Dit is mogelijk de grootste natuurramp in de recente geschiedenis omdat het
gevolgen heeft voor zoveel dichtbevolkte kustgebieden, zoveel kwetsbare gemeenschappen", schatte de
VN-Noodhulpcoördinator Jan Egeland de situatie in.
Getroffen gebieden moeten zo snel mogelijk worden voorzien van voorzieningen voor schoon drinkwater,
waarschuwen hulpverleners. Lijken in het water die door de tropische temperaturen al beginnen te ontbinden,
vormen een dag na de catastrofe al een bedreiging voor de gezondheid van de overlevenden, menen ze.
De getroffen landen hebben hun strijdkrachten ingezet voor rampenbestrijding. De president van Sri Lanka,
Chandrika Kumaratunga, heeft 20.000 militairen vrijgemaakt voor hulpverlening maar zelfs dat aantal lijkt
onvoldoende. "We zijn onvoldoende toegerust om om te gaan met een ramp van deze omvang, omdat we nooit een
ramp als deze gezien hebben", aldus het staatshoofd die andere landen opriep noodhulp te sturen.
Voorzichtigheid is ondertussen geboden voor de overlevenden en hulpverleners in de kuststreken. Nog steeds
slaan hoge golven op de kust en de zeker 65 naschokken die zich al hebben voorgedaan, kunnen nieuwe tsunami's
veroorzaken.
(Bron: ANP/RTR/AFP/DPA)