Justitie denkt dat B. hulp van anderen heeft gehad
26 jan 05
Het Openbaar Ministerie (OM) vermoedt dat Mohammed B. hulp van anderen heeft gehad. Dat zei officier van
justitie F. van Straelen woensdag tijdens de pro forma-zitting van de rechtbank in Amsterdam over de moord op
filmmaker Theo van Gogh.
Als ondersteuning voor dit vermoeden zijn onder meer twee fragmenten van door de Algemene Inlichtingen- en
Veiligheidsdienst (AIVD) afgeluisterde gesprekken in de Antheunisstraat in Den Haag. Daar werden in november
met veel moeite twee vermoedelijke leden van de zogenoemde Hofstadgroep aangehouden.
In het eerste gesprek werd gesproken dat "wij een lam hebben afgeslacht". Dit zal volgens een van de
afgeluisterden voortaan de straf zijn voor iedereen in dit land die de islam beledigt. Uit een tweede
conversatie blijkt er onder meer gezegd te zijn: "Wij zijn het groepje van Mohammed B. met Theo van
Gogh...".
Ook is er nog de opmerkelijke vondst van een door de AIVD afgeluisterd telefoongesprek van B., gevonden in
zijn eigen woning tussen de papieren van zijn huisgenoten. Van Straelen stelt dat dit tapgesprek vermoedelijk
is gelekt door de tolk van de AIVD, die het landelijk parket momenteel vervolgt. Het gaat hier om Outmar Ben
A.. Uit verklaringen van getuigen die zich na de uitzending van het televisieprogramma Opsporing Verzocht
hebben gemeld, valt eveneens op te maken dat er mogelijk ook nog anderen dan B. met de moord op Van Gogh te
maken hebben.
Samenvattend concludeert Van Straelen dat er veel aanwijzingen zijn dat andere personen B. hebben bijgestaan
bij de uitvoering van de moord op Van Gogh. Zij moeten worden gezocht in de kringen van de Rotterdamse zaak.
De officier doelt daarbij op het onderzoek door het landelijk parket naar de Hofstadgroep.
(Bron: ANP)