Optimisme en argwaan na verkiezingen Irak
31 jan 05
Talrijke staatshoofden, regeringsleiders en andere functionarissen hebben zich maandag lovend uitgelaten
over de verkiezingen voor een Iraaks overgangsparlement zondag. Alom was er lof voor de moed van de Irakezen
om temidden van het aanhoudende geweld een stem uit te brengen. Tegelijkertijd werd er zorg geuit over de
toekomst van het land, en dan vooral over wat de politieke rol van de soennitische minderheid zal zijn.
De Iraakse interim-premier Allawi riep zijn landgenoten maandagmiddag op tot eenheid. Hij beloofde de
strijdende etnische en religieuze groeperingen in zijn land weer bij elkaar te brengen. "Vanaf vandaag begin
ik een nieuwe nationale dialoog om ervoor te zorgen dat alle Irakezen een stem in de nieuwe regering
krijgen."
Allawi zei te beseffen dat 'de hele wereld toekijkt'. "Zoals we eerder samenwerkten om de dictator te
verdrijven, zo moeten we nu samenwerken aan een nieuwe toekomst: soennieten, sjiieten, moslims en christenen,
Arabieren, Koerden en Turkmenen."
De opkomst was zondag met 60 procent boven verwachting, maar vooral de soennieten, decennia lang de
machtsfactor in Irak onder Saddam Hoessein, bleven thuis. Ze vreesden voor aanslagen en ze waren door
politici opgeroepen de stembusgang te boycotten. Maandag bleef het overigens opvallend rustig in het
Arabische land, hoewel er wel drie Amerikaanse doden vielen ten zuiden van Bagdad.
De Amerikaanse president Bush zei dat de wereld zondag "de stem van de vrijheid" heeft gehoord. "Het Iraakse
volk heeft door te stemmen de antidemocratische ideologieën van terroristen ferm terzijde geschoven",
zei Bush. De president sprak van een 'klinkend succes'. "Het volk laat zich niet intimideren door boeven en
moordenaars. Allawi zei dat de stembusgang een overwinning was op de terroristen."
Hoewel de uitslag nog wel ruim een week op zich laat wachten, is het zeker dat het overgangsparlement, de
Nationale Assemblee, gedomineerd zal worden door sjiieten en door Koerden. Verscheidene soennitische
Arabische leiders of commentatoren benadrukten maandag dat de Iraakse soennieten zich niet verder
gemarginaliseerd moeten gaan voelen. Dat zou de weg effenen naar een burgeroorlog in Irak.
De gematigde koning Abdallah van Jordanië, bondgenoot van de VS, riep het nieuwe Iraakse parlement op
oog te hebben voor alle geloofs- en bevolkingsgroepen als het binnenkort begint aan een van zijn
belangrijkste taken: het opstellen van een nieuwe grondwet.
Een hoge sjiitische functionaris, verbonden aan de Daawa-partij, zei op zijn beurt dat de soennieten kunnen
rekenen op steun. Volgens Juad al-Maliki zullen de sjiieten waarschijnlijk niet alle gewonnen zetels gaan
claimen, maar deze deels afstaan aan soennieten.
De Turkse regering reageerde maandag afgemeten op de stembusgang. Ankara onderstreepte tussen de regels door
zijn bezorgdheid dat de toegenomen Koerdische politieke macht in Irak uiteindelijk kan uitmonden in de komst
van een Koerdische staat.
"Wijzigingen van de demografische structuur in Noord-Irak" zouden voor Turkije onacceptabel zijn. Het land
bestrijdt al jaren met harde hand separatisme van in Turkije wonende Koerden.
De Nederlandse minister Bot van Buitenlandse Zaken noemde het verloop van de verkiezingen een 'bemoedigend
teken'. "Als je kijkt naar alle voorspellingen, dan kun je op basis van wat we nu weten spreken van een
relatief succes", zei de minister maandag in Brussel.
De verkiezingen in Irak bewijzen volgens Bot dat democratie in die regio wel degelijk mogelijk is. "Tegen de
verwachtingen van alle somberaars in, hebben we in Palestina, Afghanistan en nu hier verkiezingen gehad. De
somberaars zeiden: dat werkt nooit. Maar al die mensen hebben laten zien hoeveel waarde ze eraan hechten hun
stem te kunnen laten horen."
(Bron: ANP/AFP/DPA)