Samir A. vrijgesproken van beramen aanslagen
6 apr 05
De rechtbank in Rotterdam heeft de 18-jarige Samir A. woensdag vrijgesproken van het beramen van aanslagen in
Nederland. Het Openbaar Ministerie (OM) eiste twee weken geleden nog zeven jaar cel tegen hem, maar A. is
sinds woensdagmiddag weer vrij man. Enkele uren nadat hij met een lachje het vonnis had aangehoord, werd hij
vrijgelaten uit de gevangenis in Nieuwegein.
Officier van justitie R. Lambrichts noemde A. bij de vorige zitting nog een gevaar voor de samenleving. De
aanklager acht de kans groot dat A. verdergaat met het voorbereiden van aanslagen, als hij weer vrij komt.
Hij vindt diens vrijlating dus zeer onwenselijk.
Nadat de politie bij A. thuis plattegronden van vermoedelijke doelen van terroristische aanslagen had
gevonden, sprak het ministerie van Binnenlandse Zaken afgelopen zomer van een verhoogde terroristische
dreiging en trof hetspeciale maatregelen. Het OM vervolgde A. uiteindelijk voor het voorbereiden van
aanslagen op onder meer de Tweede Kamer, de kerncentrale in Borssele, Schiphol, het ministerie van Defensie
en het gebouw van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) in Leidschendam. De rechtbank vindt
dat het OM dat onvoldoende heeft kunnen bewijzen.
Volgens de rechtbank blijkt uit A.'s eerdere reis naar Tsjetsjenië en uit bij hem thuisaangetroffen
videobanden een "bovengemiddelde belangstelling voor religieus extremistisch geweld". Maar dat is nog geen
concreet bewijs dat hij aanslagen voorbereidde. Het moet dan gaan om meer dan intenties en daarvoor moet het
dicht tegen uitvoering aanzitten, meent de rechtbank. A. had ook niet de juiste spullen in huis om aanslagen
voor te bereiden, vond de rechtbank.
Het OM gaat in hoger beroep tegen de uitspraak. "Het lijkt evident dat A. bezig was een ontploffing voor te
bereiden", stelt persofficier Den Hartigh.
De advocaat van Samir A., V. Koppe, is juist verheugd over het vonnis. "Deze rechtbank heeft opnieuw een
rechte rug getoond", meent de raadsman die daarmee verwees naar eerdere vrijspraken van verdachten van
moslimextremisme.
Het is de afgelopen jaren voor het OM een groot probleem gebleken om terreurverdachten veroordeeld te
krijgen. Voldoende bewijs vergaren bleek telkens weer voor justitie een groot struikelblok. Speciaal daarom
en wegens de toegenomen terroristische dreiging in Nederland paste minister Donner van Justitie verregaand de
wetgeving aan. Opsporingsambtenaren hebben inmiddels meer bevoegdheden, waardoor ze beter onderzoek kunnen
doen en beter bewijs tegen vermeende terroristen kunnen verzamelen. Samir A. is overigens nog volgens de oude
wetgeving berecht.
De rechtbank veroordeelde de 18-jarige man wel tot drie maanden gevangenisstraf wegens verboden wapenbezit.
A. had een patroonhouder, een geluiddemper en een neppistool in zijn bezit. Ook een overval op een supermarkt
achtte het rechtscollege niet bewezen. Daarvan werd A. eveneens vrijgesproken.
Omdat Samir A. sinds 30 juni 2004 vastzat, beval de rechtbank zijn onmiddellijke vrijlating. Justitie
vermoedt echter dat Samir A. ook deel uitmaakt van de vermeende terreurorganisatie de Hofstadgroep. Daarvoor
heeft het OM hem in dit proces nog niet strafrechtelijk aangepakt, omdat het onderzoek hiernaar nog lang niet
af is. Wel blijft deze aanklacht A. voorlopig boven het hoofd hangen.
CDA, VVD en PvdA hebben woensdag teleurgesteld gereageerd op het uitblijven van een veroordeling van Samir A.
wegens het beramen van terroristische aanslagen in Nederland. VVD-woordvoerster Griffith sprak van een
"gevoelige tik" voor de strijd tegen het terrorisme in Nederland. PvdA-woordvoerder Van Heemst bestempelt de
uitspraak als "een afgang voor de strijd tegen het terrorisme. Ik ga ervan uit dat de betrokken bewindslieden
hier consequenties uit zullen trekken."
(Bron: ANP)