Rechtbank trekt lessen uit Schiedammer parkmoord
12 sep 05
De rechtbank in Rotterdam trekt in zijn analyse van de rechtszaak over de moord op het meisje Nienke Kleiss
twee lessen. In de eerste plaats moeten rechters zeer behoedzaam zijn met bekentenissen, zeker als de
verdachte die later intrekt. Ten tweede moeten rechters zelf bepalen welke onderzoeken nodig zijn om de
waarheid boven tafel te krijgen. Zij moeten zich daarbij niet onder druk laten zetten door aanklagers en
advocaten.
Dat blijkt maandag uit de resultaten van de zelfreflectie waaraan de rechtbank zich de afgelopen maanden
heeft onderworpen.
Om zo accuraat mogelijk om te gaan met bekentenissen, stelt de rechtbank voor om deze in ernstige zaken op
video vast te leggen. Zo kunnen rechters zelf beoordelen hoe waardevol zo'n verklaring is.
In 2001 veroordeelde de rechtbank Kees B. tot achttien jaar cel wegens de moord op het Schiedamse meisje. Het
gerechtshof in Den Haag gaf hem in 2002 dezelfde straf. Dat was niet terecht, bleek in 2004, toen Wik H., die
vastzat voor andere misdrijven, de moord bekende. B. kwam toen na vier jaar op vrije voeten. De rechtbank in
Rotterdam veroordeelde H. in april dit jaar tot twintig jaar en tbs.
Het hof in Den Haag brengt geen conclusies van zijn onderzoek naar buiten. Informatie over de besluitvorming
van de rechters behoort tot de geheimhoudingsplicht, ook wel geheim van de raadkamer genoemd. Het hof stelt
dat het, anders dan de rechtbank, geen algemene aanbevelingen heeft. Een woordvoerster erkende maandag dat
het publiek daardoor geen kennis kan nemen van het besprokene.
De zaak-Nienke leidde vorige week opnieuw tot opschudding, toen het tv-programma Netwerk onthulde dat het
Openbaar Ministerie (OM) en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) mogelijk cruciaal bewijsmateriaal in de
zaak hebben achtergehouden. Minister Donner (Justitie) moet zich daarvoor deze week in de Tweede Kamer
verantwoorden. Uit DNA-onderzoek zou zijn gebleken dat B. onmogelijk de moordenaar van Nienke kon zijn. Het
OM zou dat hebben geweten, maar vervolgde hem toch.
De hoogste baas van het Openbaar Ministerie, procureur-generaal H. Brouwer, stelde dat het OM niet bewust
DNA-bewijs heeft achtergehouden in de zaak van de Schiedamse parkmoord. Wel heeft het OM "onmiskenbaar fouten
gemaakt in deze zaak", maar niet op dit punt. Achteraf gezien vindt Brouwer dat de rechter wel op de hoogte
gesteld had moeten worden over twijfels die bij het NFI en het OM waren gerezen over de schuld van B.
De politievakbond ACP zei hierna dat diverse politiemensen hebben gemeld dat het OM vaker bewust ontlastend
bewijs uit dossiers in strafzaken houdt. De advocaten van Kees B. bereiden een schadeclaim tegen het OM van
circa 1,5 miljoen euro voor. Ze zijn van plan aangifte te doen tegen justitie wegens het achterhouden van
gegevens die B. zouden vrijpleiten.
(Bron: ANP)