Verdonk zet 30 terreurverdachten uit
4 apr 06
Minister Verdonk voor Vreemdelingenzaken en Integratie heeft de afgelopen anderhalf jaar 30 vermeende terroristen ongewenst verklaard.
Daarvan zijn er inmiddels 16 daadwerkelijk het land uitgezet. Dat maakt ze
dinsdagavond bekend
in NOVA.
Uit de door de Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND) verstrekte
cijfers
blijkt verder dat het aantal ongewenstverklaringen de afgelopen vijf jaar meer dan verdubbeld is. Het
ongewenst verklaren van vreemdelingen is vooral bedoeld om criminele vreemdelingen het land uit te krijgen.
Sinds enige tijd wordt het middel ook ingezet tegen vermeende terroristen.
NOVA kreeg de nog niet eerder gepubliceerde cijfers van de immigratie- en naturalisatiedienst IND na een
beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur. Personen die ongewenst zijn verklaard en desondanks in Nederland
worden aangetroffen zijn strafbaar, en kunnen een gevangenisstraf krijgen.
In het jaar 2000 lag het aantal ongewenstverklaringen nog op 974, in 2005 gebeurde dat 2177 keer. Bij de IND
is sinds medio 2004 een speciale unit actief die zich bezighoudt met het uitwijzen van vermeende terroristen.
Dat leidde totnogtoe tot de ongewenstverklaring van 30 mensen, omdat ze een gevaar zouden zijn voor de
nationale veiligheid. Het gaat ondermeer om 10 Algerijnen, 6 Marokkanen en 9 Aziaten. Tot de groep van 30
behoren vier leden van de Hofstadgroep.
Minister Verdonk kondigt in NOVA aan dat ze het instrument van de ongewenstverklaring nog vaker wil gaan
gebruiken. "Mensen die een gevaar zijn voor onze openbare orde of de veiligheid van de staat horen niet in
Nederland. Als ik ze dan ongewenst kan verklaren, dan zal ik dat zeker doen. Het beleid kan op dit punt nog
effectiever".
Een aantal advocaten maakt zich zorgen over de rechtsgang van ongewenste vreemdelingen. Bij vermeende
terroristen is de ongewenstverklaring doorgaans gebaseerd op een ambtsbericht van de inlichtingendienst AIVD,
waarvan de onderliggende stukken geheim blijven voor de verdachte en zijn advocaat.
De advocaten vrezen verder dat hun cliënten worden mishandeld of gevangengezet in het land waarnaar ze
worden uitgezet. Minister Verdonk bestrijdt dit: "We doen vantevoren uitgebreid onderzoek naar de veiligheid
van de ongewenst verklaarden in dit soort landen. En voor zover we weten is eerder uitgezette vreemdelingen
niets overkomen".