Politiemensen dreigen met opstappen
13 jul 06
Er is een machtstrijd tussen Defensie en de politie wie de baas wordt van de Dienst Speciale interventies (DSI): een militair of een politieman.
Bij terreurdreigingen, grof geweld, of gijzelingen komt dit super-arrestatieteam en anti-terrorismeteam
van politiemensen en militairen in actie. Als Defensie zijn zin krijgt en het hoofd en de commandant een
militair worden, dreigen politiemensen op te stappen.
Uit de geheime
besluitenlijst van het bewindsliedenoverleg (24-2-2006), in handen van NOVA, blijkt dat het hoofd een
militair mag worden: "Gekwalificeerd Defensiepersoneel komt (op termijn) ook in aanmerking voor de functie
van hoofd DSI, Algemeen Commandant Interventie. Daarbij zal dus niet het formele vereiste worden gesteld dat
dit een politieman moet zijn."
In juni dit jaar kregen de politiebonden van Binnenlandse Zaken de garantie dat de leiding van de DSI onder
de politie komt te vallen. "Dit is zeer kwalijk. We zijn voor de gek gehouden. Het is gewoon een banale
strijd om de macht. Defensie betaalt het meest en levert de meeste mensen en wil de macht ", aldus J.W. van
de Pol van de NPB in NOVA.
"De kern van deze strijd is machtsdenken. Het zit op heel hoog niveau, op generaalsniveau, denk ik, daar zal
het robbertje wel gevochten worden" aldus W. van den Burg van de AFMP.
Bij een terreuractie, kaping of ontvoering krijgt de commandant toestemming om een kaper of een terrorist te
doden. Hij is dus 'licensed to kill'. Zo'n besluit moet altijd een politieman nemen, niet een militair: "Een
politieman is getraind in het aanhouden van een verdachte. Een militair heeft zijn opleiding vaak in het
buitenland genoten daar zitten de termen in het trainen van de vijand uitschakelen. Dat is een principieel
verschil", zegt Van de Pol. "Ze spelen met vuur. Ik heb signalen dat politiemensen opstappen als Defensie de
leiding krijgt"
De ministeries bevestigen dat op termijn een militair de leiding kan krijgen over het team. Ze kiezen voor de
beste man die beschikbaar is. Aleid Wolfsen (PvdA) vindt de onrust die is ontstaan riskant is voor de
stabiliteit van het team. Hij stelt Kamervragen.