Overzicht grote dopingaffaires in grote wielerronden
27 jul 06
1966: Eerste officiële dopingcontrole op 28 juni in de Tour. Op 5 juli volgt tweede controle. Vijf renners reageren positief. Op vrijdag 13 juli valt de Engelsman Tommy Simpson dood neer tijdens de beklimming van de Mont Ventoux. In de zakken van zijn rennerstrui worden amfetamines gevonden.
1988: Pedro Delgado wordt ervan beschuldigd het maskerende middel probenicide te hebben
gebruikt. Het product staat wel op de lijst van het IOC maar niet op die van de UCI. Delgado mag verder
rijden en wint de Tour. Twee weken later zet de UCI het middel op de zwarte lijst.
1991: De volledige PDM-ploeg stapt wegens voedselvergiftiging uit de Tour. Later wordt
bekend dat het gaat om een vergiftiging als gevolg van verkeerd gebruik van intralipid, een maskerend
middel.
1997: De Oezbeek Abdoesjaparov wordt betrapt op het gebruik van clenbuterol en bromantan. De
sprinter wordt uit de Tour gezet. Voordien was hij al verschillende keren betrapt, maar toen kwam hij er
telkens met een waarschuwing vanaf.
1998: De volledige Festina-ploeg wordt uit de Tour gezet na de bekentenis van ploegleider
Roussel dat binnen zijn ploeg een georganiseerd dopingnetwerk bestond. Ook de Nederlandse TVM-formatie raakt
betrokken in de dopingaffaire nadat een Franse krant onthult dat er eerder dat jaar 104 ampullen epo zijn
gevonden in een vrachtwagen van de ploeg. Ploegleider Cees Priem en arts Andrei Michailov worden
gearresteerd. De TVM-ploeg verlaat uit eigen beweging voortijdig de Tour.
1999: Marco Pantani krijgt wegens een te hoge hematocrietwaarde een startverbod voor de
voorlaatste etappe van de Ronde van Italië. De Italiaan rijdt op dat moment in de roze
leiderstrui.
2000: Ivan Gotti, tweevoudig winnaar van de Ronde van Italië, wordt schuldig bevonden
aan doping.
2001: De Italiaan Dario Frigo moet als nummer twee in het klassement de Ronde van
Italië verlaten nadat bij een inval in zijn hotelkamer verboden middelen waren gevonden.
2002: Oud-winnaar Gilberto Simoni en Stefano Garzelli moeten wegens doping voortijdig
vertrekken uit de Giro. De twee staan op dat moment in de top van het klassement.
2002: De vrouw van de Litouwse renner Raimondas Rumsas, de nummer drie in de Tour, wordt bij
de Franse douane aangehouden met een auto vol verboden producten. Het levert Rumsas een schorsing van een
jaar op.
2004: De Amerikaan Tyler Hamilton reageert bij een test tijdens de Ronde van Spanje positief
op bloeddoping. Hij wordt later geschorst, maar mag zijn olympische titel op de tijdrit - die hij enkele
weken eerder in Athene veroverde - houden.
2005: De Franse krant L'Equipe meldt dat Lance Armstrong tijdens de Tour van 1999 epo heeft
gebruikt. Dat zou blijken uit monsters van het Franse nationale dopinglab Chatenay-Malabry. Hij wordt later
vrijgepleit in onderzoek van de advocaat Emiel Vrijman.
2006: De Duitser Jan Ullrich wordt één dag voor de start van de Tour geschorst
door zijn werkgever T-Mobile wegens mogelijke betrokkenheid bij een dopingschandaal in Spanje. De
Tourfavoriet kan daardoor niet deelnemen. Ullrichs naam komt voor op een lijst van 58 renners die zouden
gebruik maken van een crimineel netwerk om aan verboden producten te komen. Later wordt hij ontslagen door
zijn ploeg. Ook diverse andere favorieten, onder wie Ivan Basso, verschijnen niet aan de start vanwege
vermeende betrokkenheid bij het dopingschandaal.
2006: Floyd Landis test vier dagen na zijn Tourzege positief op het geslachtshormoon
testosteron.
(Bron: ANP)