Biografie: Fidel Castro
3 aug 06
De Franse filosoof Jean-Paul Sartre schreef ooit: "Castro is het eiland, het volk, het vee en de grond. Hij ís het gehele eiland."
Is: Fidel Castro is dan ook sinds 1959 de onbetwiste leider van Cuba. Hij is de chef, de
opperste, de commandant, of gewoon Fidel. Hij overleefde een fiks aantal aanslagen, inclusief een
ontploffende sigaar.
Persoonlijk: Fidel Alejandro Castro Ruz, geboren op 13 augustus 1926, was de zoon van een
rijke, uit Spanje geëmigreerde plantagehouder. In zijn studententijd ontpopte hij zich als een felle
nationalist. Nationalisme stond toen in Latijns-Amerika gelijk met anti-Amerikanisme. Vooral onder studenten
was er veel verzet tegen de met de Verenigde Staten heulende rechtse dictator Batista.
Fidel sloot zich aan bij een van de radicaalste gewapende groeperingen. Want geweld, zo zei hij, was een
noodzakelijk instrument om politieke doelen te bereiken. Na een mislukte overval op een politiekazerne in
1953 kreeg Castro vijftien jaar gevangenisstraf. "De geschiedenis zal mij vrijspreken", zei hij toen. Twee
jaar later was hij door een amnestieregeling weer een vrij man.
Guerilla: Na een periode van ballingschap in Mexico en de VS begon hij vanuit de Sierra
Maestra, het berggebied in het oosten van Cuba, zijn guerrillastrijd. De revolutie van Fidel, de Argentijnse
denker en arts Che Guevara en Fidels minnares Celia Sanchez, won de sympathie van bijna de gehele
wereld.
Castro presenteerde zich na de verovering van Havana in 1959 aanvankelijk als oprecht democraat. De processen
tegen executies van Batista-getrouwen en de onteigening zonder redelijke compensatie van oliebedrijven,
banken en de United Fruit Company, schaadden echter zijn reputatie en wekten argwaan in de Verenigde
Staten.
Verenigde Staten: Toch stond Washington aanvankelijk niet geheel onwelwillend tegenover de
nieuwe machthebber in Cuba. Toen Castro in 1959 het Witte Huis bezocht, weigerde president Dwight Eisenhower
hem echter te ontmoeten. Hij liet aan vicepresident Richard Nixon over om te bepalen of Castro een communist
was. Nixon stelde vast dat Castro "naïef" was, maar niet per se een communist.
De bebaarde Cubaanse leider was verbolgen over de afwijzing van Eisenhower. Hij richtte zijn blik op de
Sovjet-Unie, waarmee hij in 1960 een verdrag sloot over de import van olie. Daarop verbraken de VS alle
diplomatieke banden met Cuba, dat inmiddels kon rekenen op economische en militaire steun uit Moskou.
Socialistisch: In 1961 verklaarde Castro dat zijn revolutie socialistisch was. Een dag later
voerden ongeveer 1400 Cubaanse ballingen, getraind en bewapend door de Amerikaanse inlichtingendienst CIA,
een mislukte invasie uit in de Varkensbaai ten zuiden van Havana. De Amerikanen hoopten op een opstand tegen
Castro, maar die bleef uit. Castro leidde zelf de verdediging en kreeg daardoor juist nog meer steun van het
volk.
Communistisch: De Sovjet-Unie zag in het nu communistisch geworden Cuba een ideale basis om
de VS in hun eigen regio te bedreigen. In 1962 ontdekten de Amerikanen dat de Russen in het geheim raketbases
op het eiland bouwden. Ze legden een blokkade om Cuba. De wereld keek in spanning toe. Een kernoorlog tussen
beide grootmachten leek nabij maar werd op het nippertje afgewend toen Moskou zijn met raketten geladen
schepen op het laatste moment terugriep.
Door de agressieve Amerikaanse politiek wist Castro onder de Cubanen een groot gevoel van saamhorigheid te
kweken. Met hulp van Moskou kregen de Cubanen huizen, onderwijs, medische zorg en voedsel en de armoede
verdween.
Het totale handelsembargo dat de VS instelden tegen Cuba, had wel invloed op de economische omstandigheden,
maar niet op de populariteit van Castro, die zich inmiddels bekeerd had tot de leer van Marx en Lenin. Hij
gebruikte de blokkade dankbaar als propagandamiddel tijdens zijn urenlange toespraken tot het volk.
Oppositie: Tegenstanders duldde Castro niet. In de loop der jaren verdwenen dissidenten bij
bosjes achter de tralies. Ook martelingen waren onder zijn regime volgens mensenrechtenorganisaties aan de
orde van de dag. Duizenden Cubanen zijn hun land onder Castro's bewind ontvlucht en hebben hun heil in de VS
gezocht.
Na de komst van Michail Gorbatsjov in het Kremlin en het uiteenvallen van de Sovjet-Unie moest Castro nieuwe
geldbronnen aanboren. Zijn handelspartners verdwenen, zijn politieke vrienden ook. De Venezolaanse president
Hugo Chávez is een van de weinige leiders die nog warme banden onderhoudt met Castro.
Terug in de tijd: Fidels eiland veranderde begin jaren negentig in een politiek anachronisme
waar, net als voor de revolutie, boeren weer achter de ossenwagens lopen, toeristen het geld moeten
binnenbrengen en hoertjes het centrum van Havana bevolken. 'El Líder Maximo' bleef echter op koers en
het communisme trouw.
Democratie?: In 2000 ontmoette Castro zowel de Russische president Vladimir Poetin als Bill
Clinton, die als eerste Amerikaanse president de hand van de Cubaanse leider schudde. Tot een echte
verbetering van de relatie met de VS leidde die handdruk echter niet. De Amerikanen bleven hameren op
democratisering en liberalisering en daar wilde Castro niet aan.
Gezondheid: De laatste jaren deden verhalen de ronde dat Castro's gezondheid hem in de steek
liet. Die geruchten werden versterkt doordat de man die Cuba meer dan veertig jaar solo regeerde, in 2004
zijn broer Raúl, met wie hij in de jaren vijftig zijn revolutie gestalte gaf, benoemde tot zijn
opvolger. Als Castro in augustus 2006 een zware darmoperatie ondergaat draagt hij tijdelijk de macht over aan
zijn jongere broer Raúl. Via zijn secretaris laat hij weten dat de operatie redelijk is verlopen en
zijn gezondheidstoestand stabiel is, maar veel Cubanen zijn er niet gerust op.
(Bron: ANP)