Onafhankelijk onderzoek naar ongeval Utrecht

De gemeente Utrecht laat een extern onderzoek instellen naar het ongeval met een trap bij de Utrechtse Stadhuisbrug. Van de twintig mensen die hierbij zondag gewond raakten, lagen er maandagmiddag nog zeven in ziekenhuizen.

Dat liet de gemeente weten. Een van de slachtoffers ligt nog in kritieke toestand op de afdeling intensive care.

De gewonden vielen toen zondagavond een trap aan de Utrechtse Oude Gracht losraakte van de ophangconstructie. Het ongeval gebeurde om ongeveer 21.45 uur bij de Stadhuisbrug tijdens een concert van de band Zuco 103 ter afsluiting van de Muzikale Botenparade. Zowel op als onder de trap bevonden zich mensen. De gemeente verwacht dat de gewonden, op het zwaargewonde slachtoffer na, op korte termijn naar huis kunnen.

De Utrechtse burgemeester Annie Brouwer kondigde maandag aan dat de gemeente het ongeval door externe deskundigen laat onderzoeken. Bij het onderzoek is ook de Arbeidsinspectie betrokken, wegens haar deskundigheid op het gebied van ongevallen met trappen. De gemeente heeft ook contact met de Inspectie openbare orde en veiligheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken. De Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft de gemeente benaderd met een aantal vragen.

Daarnaast is de politie met een strafrechtelijk onderzoek begonnen naar de toedracht van het ongeval. De tien rechercheurs die hiermee zijn belast, hopen volgens de politiewoordvoerder binnen enkele dagen meer te weten.

De trap van staal en hout is losgekomen van de muur. Hoe dat kon, is nog niet bekend. De trap is waarschijnlijk eigendom van gemeente maar het is nog onduidelijk wie verantwoordelijk was voor de veiligheid.

Uit de vergunning voor het evenement Muzikale Botenparade blijkt dat de door de organisatie ingehuurde beveiliging verantwoordelijk was voor het totaal aantal bezoekers. Deze moest zorgen dat de werven niet te vol kwamen te staan met mensen. Bij toeloop van veel publiek zouden de toegangen tot de werf voor café de Winkel van Sinkel en vanaf de Ganzenmarkt worden afgesloten. Het is niet duidelijk hoeveel mensen er op de trap stonden en of de beveiliging ook op het aantal mensen op de trappen moest letten.

Letselschadeadvocaat Martin de Witte, die eerder slachtoffers van de vuurwerkramp in Enschede bijstond en slachtoffers van de Schipholbrand vertegenwoordigt, stelt dat de verantwoording bij Utrecht ligt. "Die trap zit vast aan de kademuur, die is eigendom van de gemeente. Die moet de schade vergoeden."

C. van Leeuwen van de Stichting Horeca Utrecht wil niet direct met de beschuldigende vinger naar de gemeente wijzen. "De gemeente controleert de trappen regelmatig, maar uiteraard is controle ook de verantwoordelijkheid van de individuele horecaondernemers."

De gemeente Utrecht ziet in het ongeval geen aanleiding om andere trappen of bruggen tot verboden gebied te verklaren, omdat deze regelmatig worden gecontroleerd.

(Bron: ANP)