LPF dient wetsvoorstel invoering minimumstraffen in
7 aug 06
LPF-Tweede Kamerlid Joost Eerdmans dient vandaag bij de Tweede Kamer zijn initiatief-wetsvoorstel tot invoering van minimumstraffen in.
In het wetsontwerp wordt geregeld dat voor moord een minimumstraf van 15 jaar cel en voor doodslag een
minimumstraf van 10 jaar cel gaat gelden. De maximumstraffen op moord (30 jaar of levenslang) en doodslag (15
jaar) blijven daarbij ongewijzigd. Met het voorstel wordt aansluiting gezocht bij het stelsel van
minimumstraffen, zoals dat in Engeland en Wales wordt toegepast.
Uit onderzoek van indiener Eerdmans zelf, blijkt dat in 127 door hem onderzochte enkelvoudige moordzaken en
in 119 onderzochte doodslagzaken uit de periode januari 2003 t/m mei 2005, een moordenaar in Nederland
gemiddeld 6 jaar effectief in de gevangenis zit en iemand die doodslag pleegt gemiddeld maar 3,3 jaar.
Eerdmans heeft daarvoor gekeken naar alle enkelvoudige moord- en doodslagzaken waarbij de dader
één slachtoffer heeft gemaakt en verder geen zware strafbare feiten beging, zoals verkrachting,
ontvoering of poging tot moord.
Bij de moordzaken legde de rechter gemiddeld 10,4 jaar cel op. Zoals bekend gaat daar de automatische 1/3
vervroegde invrijheidsstelling af en vervolgens nog het één jaar durende penitentiair programma
(PP) waarin de gedetineerde met weekendverlof mag. Hierdoor blijft een effectieve celstraf voor een
moordenaar over van gemiddeld 6 jaar.
Bij de doodslagzaken kwam de rechter in eerste aanleg op een vonnis van 6,5 jaar uit. Ook daar gaat
vervolgens de automatische invrijheidsstelling en het PP vanaf, zodat voor doodslag gemiddeld 3,3 jaar echte
celstraf resteert.
"Dit zijn stuitend lage gemiddelde straffen voor zulke ernstige delicten. Iemand die doelbewust en met
voorbedachte rade iemand van het leven berooft, mag niet worden bestraft met slechts 6 jaar cel. Het is niet
alleen gevaarlijk om een moordenaar na zo'n korte periode weer vrij te laten maar ook buitengewoon
onrechtvaardig en tevens een grove belediging voor alle slachtoffers en nabestaanden", reageert
Eerdmans.
Minimumstraffen geven betere bescherming tegen zware misdadigers en herstellen de verbleekte genoegdoenings-
en vergeldingsfunctie van straffen. Ook bieden minimumstraffen rechtszekerheid voor slachtoffers (een
moordenaar gaat minstens 15 jaar de bak in). Een rapport van het SCP beschreef al in 2004 dat maar liefst 99%
van de burgers de straffen voor geweldsdelicten te laag vindt (bron SCP, In het Zicht van de Toekomst, 2004).
In 1999 bleek ook dat nog maar 48% van de burgers vertrouwen heeft in de rechtspraak (bron European Value
Studies, 1999).
Eerdmans hierover: "De wijze waarop ernstige misdrijven momenteel gemiddeld worden gesanctioneerd vertolkt de
onvrede niet en ondergraaft het vertrouwen in de rechtsstaat."
Indien het voorstel tot wet wordt verheven kan de rechter voortaan nog wel degelijk zijn eigen afweging maken
echter binnen de bandbreedte tussen de wettelijke minimum- en maximumstraf. "Dan kan een moordenaar dus
rekenen op een straf van minimaal 15 jaar cel en iemand die doodslag pleegt minimaal 10 jaar. Dit zijn ook
echte straffen, want van de minimumstraf gaat geen automatische invrijheidsstelling en ook geen weekendverlof
af."