Standvastige Donner struikelt alsnog
21 sep 06
Vele crises en spoeddebatten heeft Piet Hein Donner als minister van Justitie doorstaan, maar donderdag gooide hij dan toch de handdoek in de ring.
Elf doden door een brand in het cellencomplex op Schiphol betekenden het eind van zijn ministerschap, dat
op 22 juli 2002 zo voortvarend begon.
De vrij onbekende christendemocraat knutselde als informateur in de roerige tijden na de verkiezingen in mei
2002 een kabinet in elkaar van CDA, VVD en nieuwkomer LPF. Zelf ging hij aan de slag als minister van
Justitie, een terrein dat de als briljant bekend staande jurist op het lijf was geschreven.
Donner, klassiek gekleed en immer fietsend, stortte zich op initiatieven om de criminaliteit te bestrijden,
een van de speerpunten van Balkenende-I. Ook na de snelle val van dit kabinet in oktober 2002 ging hij in
demissionaire status gewoon door met talrijke ideeën en voorstellen.
Begin 2003 werd Donner opnieuw informateur, voor een regering van CDA en PvdA. Die informatiepoging mislukte,
waarna zijn opvolgers Balkenende-II in elkaar zetten met CDA, VVD en D66. De ijverige Donner mocht verder met
zijn werk, waar al flinke rimpelingen ontstonden. Van oudsher is justitie een riskant terrein en onder de
vakkundige Hagenaar van Amsterdamse oorsprong bleek dat niet anders.
De reeks fouten van zijn Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) bij de brand blijkt nu de laatste hobbel.
Eerder leidden ontsnapte en moordende tbs'ers en een onschuldige verdachte in de cel (Schiedammer parkmoord)
tot zware tijden. Hoewel zelf soms persoonlijk aangeslagen, zoals bij de Schipholbrand, wist Donner de
kritiek steeds te weerleggen. Enkele moties van wantrouwen kregen geen meerderheid.
Donner is een pure workaholic, die het liefst ook zelf zijn speeches schrijft. Hij staat bekend als
intelligent, rechtlijnig maar valt ook op met zijn droge humor. Tijdens debatten in de Tweede Kamer verraste
en overtuigde hij door met beheerste stem een vaak originele uitleg te geven. Ook speelde 'De Don' zich in de
kijker door een rap te zingen tegen de legalisering van softdrugs.
Veel ging ook goed tijdens zijn ambtstermijn. Zo werd Donner dé minister voor terreurbestrijding in
plaats van zijn ambtgenoot Johan Remkes op Binnenlandse Zaken. Hij voerde vele wetsvoorstellen in en scherpte
de terreurwetgeving aan. Ook de meerpersoonscellen drukte hij door.
Sommige andere heikele kwesties lokte de protestantse bewindsman zelf uit, onder meer door uitspraken over
een artikel over godslastering dat hij wilde aanscherpen terwijl de Kamer er juist van af wilde. Vorige week
nog moest hij zich verdedigen na uitspraken over de sharia, de islamitische wetgeving.
Justitie en politiek zit Donner in het bloed. Zijn vader was een autoriteit op het gebied van het staatsrecht
en lang lid van het Europese Hof van Justitie. Donners opa, actief in de Antirevolutionaire Partij (ARP), was
twee keer minister van Justitie.
Kleinzoon Piet Hein werkte na een studie rechten aan de Vrije Universiteit in Amsterdam op de ministeries van
Economische Zaken en Justitie en bij de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, eerst als lid en
later als voorzitter. Van 1997 tot 2002 was hij lid van het hoogste adviesorgaan van de regering, de Raad van
State.
(Bron: ANP)