Dit is het NOVA-archief. Vind en bekijk de NOVA-reportages, dossiers, en opinie-artikelen.

'Kernproef Noord-Korea niet erger dan andere'

9 okt 06

Volgens de Noord-Koreaanse regering zijn door de kernproef die het land maandag hield geen radioactieve stoffen in de atmosfeer gekomen.

Volgens directeur André Versteegh van het nucleaire kenniscentrum NRG in Petten is dat goed mogelijk, mits de ondergrondse test goed is uitgevoerd. Hij legt uit waarom landen kernproeven houden en wat de gevolgen zijn.

De ontwikkeling van een kernwapen begint bij de productie van splijtstof. Daarvoor kan hoogverrijkt uranium worden gebruikt of plutonium. Noord-Korea heeft waarschijnlijk plutonium gebruikt, denkt Versteegh. Het is al langer bekend dat het land een reactor heeft waarmee het dat metaal kan produceren.

Om een nucleaire explosie te veroorzaken is voorts een hoop ingewikkelde elektronica nodig, legt Versteegh uit. Met behulp van een 'gewoon' explosief moeten twee hoeveelheden splijtstof met grote snelheid worden samengebracht. Als dat lukt, splijten de atomen in een felle kernreactie, waarbij zeer veel energie vrijkomt. "Een flinke knal", zegt Versteegh.

Het proces moet tot op de microseconde nauwkeurig worden uitgevoerd om een efficiënte reactie op te wekken. Om de testen of ze die techniek onder de knie hebben, voeren landen kernproeven uit. Aanvankelijk gebeurde dat bovengronds, maar daarbij kwam veel radioactief materiaal in de atmosfeer terecht. Daarom werd in de jaren zestig besloten kernproeven voortaan ondergronds te houden.

Volgens Versteegh is de radioactiviteit door bovengrondse kernproeven nog altijd meetbaar. "Bovengrondse kernproeven hebben veel en veel meer radioactief materiaal verspreid in de atmosfeer dan de ramp in Tsjernobyl in 1986". Ondergrondse tests zijn daarentegen betrekkelijk veilig voor het milieu, mits ze goed worden uitgevoerd, zegt Versteegh.

Dat neemt niet weg dat bij iedere kernexplosie splijtingsproducten ontstaan die nog jaren radioactief blijven. Als die alsnog vrijkomen, kan dat zeer schadelijk zijn voor het milieu. "Maar het is niet zo dat daardoor in korte tijd grote aantallen doden kunnen vallen", aldus Versteegh.

In totaal hebben de zeven bekende kernmogendheden - de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Frankrijk, China, Rusland, India en Pakistan - vele honderden kernproeven gedaan. Die van Noord-Korea is vanuit wetenschappelijk oogpunt "niet meer of minder erg", zegt Versteegh. De test toont volgens hem wel aan dat elk land in staat moet worden geacht een kernwapen te ontwikkelen.

(Bron: ANP)

 
 

Extra Informatie

  •  
  •  

Het NOVA Archief

Vind en bekijk de reportages die zijn uitgezonden in NOVA in het NOVA-archief.

NOVA Archief