Ernst Hirsch Ballin
14 feb 07
Alsof hij nooit weg was geweest, ging Ernst Hirsch Ballin in september vorig jaar met een zekere blijmoedigheid opnieuw aan de slag als minister van Justitie.
Een tijdelijke job, zo was de bedoeling. Na de verkiezingen zou hij zijn werk bij de Raad van State weer
oppakken. Maar zover komt het niet. De christendemocraat blijft minister van Justitie.
De ervaren jurist bezette die post ook al tussen 1989 en 1994 in het derde kabinet-Lubbers. Aan het einde van
die rit struikelde hij toen over de IRT-affaire. Aanleiding daarvoor was de inzet van omstreden
opsporingsmethoden, zoals het doorlaten van drugs. Hirsch Ballin werd daarna Tweede Kamerlid, hoogleraar
internationaal recht, Eerste Kamerlid en lid van de Raad van State, om vervolgens in het derde
kabinet-Balkenende terug te keren als justitieminister.
Ernst Maurits Henricus Hirsch Ballin (1950), die in Amsterdam werd geboren, is rooms-katholiek. De zoon van
een hoogleraar ging van het gymnasium naar de Universiteit van Amsterdam, waar hij zijn rechtenstudie cum
laude afrondde en later promoveerde. Ook werkte hij er drie jaar als wetenschappelijk assistent en trad
vervolgens als juridisch medewerker in dienst van het ministerie van Justitie.
Als opvolger van partijgenoot Piet Hein Donner kreeg Hirsch Ballin afgelopen najaar direct een politiek zeer
gevoelig debat over de Schipholbrand voor z'n kiezen. Daarin moest hij de pijnlijke vaststelling doen dat hij
door ambtenaren op het verkeerde been was gezet, waardoor hij de Tweede Kamer verkeerd had geïnformeerd.
De bewindsman nam personele maatregelen en kondigde aan extra vaart te zetten achter de reorganisatie van
belangrijke posten.
Sinds de kabinetscrisis van half december over een tijdelijke uitzetstop voor een groep uitgeprocedeerde
asielzoekers ging Hirsch Ballin ook over vreemdelingenzaken. Hij nam die portefeuille over van VVD-collega
Rita Verdonk, omdat zij de Kamer op dit punt weigerde tegemoet te komen.
(Bron: ANP)