Hulpverlening Maasmeisje werkte langs elkaar heen
16 mei 07
De hulpverleners die betrokken waren bij de zorg rond de Rotterdamse Gessica hebben hun bevindingen over het meisje niet op elkaar afgestemd. Zij wisselden geen informatie uit en niemand voelde zich eindverantwoordelijk.
Hoewel de hulpverlening tekortschoot, had de dood van het zogenoemde Maasmeisje in 2006 volgens een
rapport van vier inspecties niet kunnen worden voorkomen. Vorige zomer werden haar lichaamsdelen in de Maas
teruggevonden. Justitie verdenkt haar vader ervan dat hij haar heeft omgebracht.
Uit woensdag gepubliceerd onderzoek van de inspecties Jeugdzorg, Openbare Orde en Veiligheid, Onderwijs en
Gezondsheidszorg bleek dat de coördinatie tussen jeugdzorg, huisarts en school ontbrak en dat ze
onderling geen informatie uitwisselden. Elke instantie sprak van een zorgelijke, maar niet heel ernstige
situatie. Zo konden ze haar situatie niet goed inschatten doordat er geen overleg was en dus geen
totaalbeeld.
Niemand nam of had de eindverantwoordelijkheid, omdat in het geval van Gessica sprake was van vrijwillige
hulpverlening. De vader van het meisje trok zelf aan de bel omdat hij de zorg voor haar niet alleen afkon.
Bij gedwongen hulpverlening zoals in de zaak Savanna uit 2005 was een gezinsvoogd eindverantwoordelijk. De
inspecties pleiten voor één coördinatiepunt. Zij doen een beroep op minister André
Rouvoet voor Jeugd om in de wet duidelijker te maken bij wie de verantwoordelijkheid ligt voor deze
coördinatie.
De minister zei woensdag na afloop van de ministerraad dat een zorgcoördinator verantwoordelijk zou
moeten zijn voor de hulp aan een gezin waarin zich meerdere problemen tegelijkertijd voordoen.
Het is de bedoeling dat in de Centra voor Jeugd en Gezin die er in iedere gemeente moeten komen,
geconstateerd wordt dat er zich een moeilijk geval voordoet. Rouvoet denkt er niet meteen aan om dit
wettelijk te gaan regelen.
De gemeente Rotterdam neemt alle aanbevelingen uit het rapport over, zoals een elektronisch kinddossier
aanleggen, een verantwoordelijke aanstellen voor de zorgcoördinatie en de leefomgeving zoals scholen
betrekken bij het zorgtraject.
Verantwoordelijk wethouder Leonard Geluk kan het niet accepteren dat instellingen langs elkaar heen werken.
Hij gaat een stap verder dan de aanbevelingen in het rapport. "In een aantal gevallen zullen we zorg opleggen
en de grenzen van de wet opzoeken. Dat betekent niet dat wij een kind uit huis plaatsen, maar wel dat we een
gezinscoach aanstellen", aldus Geluk.
(Bron: ANP)