'Staat wilde in 1977 van Knut Folkerts af'
20 jun 07
Nederland wilde eind 1977 dolgraag af van het gedetineerde RAF-lid Knut Folkerts. Duitsland werd onder druk gezet om zijn uitlevering te vragen.
Dit blijkt uit documenten die zijn ingezien door NOVA. De documenten staan in het boek 'Niet Bang Om Te
Sterven, dertig jaar terrorisme in Nederland' van NOVA-verslaggever Siem Eikelenboom.
Volgens strafrechtdeskundigen Geert-Jan Knoops en Jurjen Pen, de raadsman van Folkerts, betekenen deze
documenten dat Nederland niet langer aan Duitsland mag vragen of Folkerts een in Nederland opgelegde celstraf
van 20 jaar daar mag uitzitten.
In september 1977 doodde RAF-lid Knut Folkerts tijdens zijn aanhouding in het kantoor van een Utrechts
autoverhuurbedrijf brigadier Arie Kranenburg. Een collega van Kranenburg raakte daarbij zwaar gewond.
De Utrechtse rechtbank veroordeelde Folkerts voor deze schietpartij tot een gevangenisstraf van 20 jaar.
Deze straf heeft Folkerts echter nooit uitgezeten omdat hij in 1980 werd uitgeleverd aan Duitsland. Daar
kreeg hij wegens terroristische activiteiten een levenslange gevangenisstraf. Van deze straf zat hij 18 jaar
uit. In 1995 kwam hij vrij.
Ruim vijf jaar later begon de Staat der Nederlanden onder druk van de weduwe van de vermoorde Kranenburg een
procedure om Folkerts alsnog zijn in Nederland opgelegde straf van 20 jaar te laten uitzitten. De Staat vroeg
Duitsland eerst om zijn uitlevering. Toen dat onmogelijk bleek doordat Duitsland geen onderdanen uitlevert,
vroeg de Staat aan Duitsland om Folkerts zijn oude straf in daar te laten uitzitten.
In 2005 begon Folkerts een civiele procedure om dit verzoek stop te zetten. Volgens hem was in 1980
afgesproken dat Nederland hem kwijt wilde en dat hij bij goed gedrag in Duitsland van zijn Nederlandse straf
af was. De rechtbank vond dat hij niet voldoende kon aantonen dat dergelijke afspraken waren gemaakt.
In de archieven van het ministerie van Justitie vond NOVA-redacteur Siem Eikelenboom interne nota's van de
ambtelijke top die dateren uit oktober en november 1977. Uit die nota's blijkt dat de ambtelijke top bang was
dat de RAF met een vliegtuigkaping of gijzeling zou proberen Folkerts te bevrijden. "Ik kan niet laten met de
grootste nadruk te wijzen op het risico dat de aanwezigheid van Folkerts voor Nederland met zich brengt",
schrijft de loco secretaris-generaal (SG) van Justitie in een vertrouwelijke nota aan zijn SG.
Omdat Duitsland geen behoefte heeft om naast de vele gedetineerde RAF-leden nog een extra RAF-lid te
herbergen, wordt Duitsland min of meer onder druk gezet om toch om uitlevering te vragen. Hiervoor bedenkt de
ambtelijke top het instrument van een 'tijdelijke uitlevering'. De loco-SG schrijft vervolgens in zijn nota:
"Komt daaruit een veroordeling tot een aanmerkelijke vrijheidsstraf dan zou de Kroon bij wege van gratie tot
het oordeel kunnen komen dat er in redelijkheid geen belang meer is om Folkerts naar Nederland te laten
terugkeren t.b.v. de tenuitvoerlegging van de Nederlandse straf die, naar ik aanneem, eveneens van
aanmerkelijke duur zal zijn".
Na beoordeling van de interne nota's zegt Geert Jan Knoops: "Deze nieuwe interne stukken van oktober 1977
onderschrijven dat Nederland als het ware geen eigen belang of doel meer nastreefde bij die straf".