Staatssecretaris Bussemaker negeert verbod voorgangster

Er komt een commissie die gaat beoordelen of vrouwen die drager zijn van een erfelijk kankergen in aanmerking komen voor embryo-selectie.

Dat zegt staatssecretaris Jet Bussemaker van Volksgezondheid in NOVA. Daarmee gaat Bussemaker in tegen het beleid van haar voorgangster, staatssecretaris Ross, die in mei 2006 onderzoek en selectie van embryo's bij kankerpatiënten verbood.

Door embryo-selectie kunnen vrouwen met een erfelijke ziekte zwanger worden van een kind dat geen drager is van de ziekte. Sinds eind 2005 bestaat technisch de mogelijkheid in het Academisch Ziekenhuis van Maastricht om embryo's van kankerpatienten te onderzoeken en te selecteren.

Bij een aantal ziektes was dat al langer mogelijk, maar nu kan ook bij dragers van het borst- of darmkankergen worden vastgesteld welk embryo wel besmet is en welke niet. Bij de vrouw worden dan alleen de gezonde embryo's teruggeplaatst.

In mei 2006 schreef staatssecretaris Ross in een brief aan de Tweede kamer dat zij geen toestemming gaf voor deze selectie. Zij vond het risico niet ernstig genoeg. Het Academisch Ziekenhuis Maastricht stopte daarna met de behandeling.

Er zijn in Nederland duizenden patiënten die drager zijn van het gen van erfelijke borst- of darmkanker. Vrouwen met erfelijke kanker kunnen wel onderzoek laten doen tijdens de zwangerschap. Indien het toekomstige kind het gen draagt, is dat een gerechtvaardigde reden voor abortus.

NOVA ontdekte dat de beleidsmaatregel van staatssecretaris Ross nooit door de Tweede Kamer is behandeld.Onder druk van de publiciteit zijn Kamerleden de afgelopen weken in actie gekomen. PvdA, VVD en D66 vinden dat embryo-selectie voor kankerpatiënten toelaatbaar is.

Na vragen van D66 heeft staatssecretaris Bussemaker nu een eigen beleidsbrief gestuurd waarin zij zegt dat een commissie van deskundigen zal beoordelen of de behandeling in Maastricht door kan gaan. Het advies wordt nog dit jaar verwacht.