Kamer debatteert over Nationaal Historisch Museum

De Tweede Kamer debatteert vandaag over de plannen van het Nationaal Historisch Museum (NHM). Minister Plasterk (Onderwijs, Cultuur, Wetenschap) moet uitleg geven over het besluit van de museumdirectie om af te stappen van de orginele locatie en de geschiedeniscanon als leidraad.

Canon
Een meerderheid in de Tweede Kamer wil een Nationaal Historisch Museum gebaseerd op de geschiedeniscanon, naast het Openlucht Museum in Arnhem. Maar de directie van het historisch museum ziet dat anders. Zij willen het museum in het centrum van Arnhem bouwen en vinden de canon geen goed uitgangspunt voor een museum.

Samenwerking
Het Nationaal Historisch Museum moet voor een breed publiek geschikt zijn. Het aanvankelijke plan om het daarom direct naast het Nederlands Openlucht Museum in Arnhem te laten verrijzen, was slechts een 'verbijzondering' van dit streven, aldus minister Plasterk vandaag in het spoeddebat. De door de directie van het Nationaal Historisch Museum gewenste locatie is slechts 4,5 kilometer van het Nederlands Openlucht Museum en daarom is, volgens Plasterk, dan nog steeds goede samenwerking met het Openluchtmuseum mogelijk. De keuze voor Arnhem is in principe ook onomkeerbaar.

Goede plek
De nieuwe locatie bij de John Frostbrug is ook een heel goede plek, aldus Plasterk, en heeft ook andere voordelen. Het is een historische plek (uit de Slag om Arnhem) en het is op loopafstand van het station. Een groot deel van Kamer begrijpt echter niet dat zo'n wezenlijk lijkende voorwaarde als de directe verbinding met het Openlucht Museum nu zomaar niet meer telt. Het was immers een van de redenen waarom voor Arnhem werd gekozen.

In de studio is Erik Schilp, directeur van het NHM.